Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiten Van De Kanalen; Aanvoerlucht Van Buiten; Aanvoerlucht Naar Woning (2X); Afvoerlucht Uit Woning (2X) - Itho Daalderop HRU 400 Installatie & Gebruik

Verberg thumbnails Zie ook voor HRU 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.3. Aansluiten van de kanalen

Om condensatie te voorkomen, moet het kanaal dat van buiten komt
en het kanaal dat naar buiten gaat tot aan de ventilatie-unit
thermisch en dampdicht worden geïsoleerd.
ä
Let op!
Indien kanalen met scherpe randen (braam) direct op het toestel
moeten worden aangesloten, gebruik dan tape voor de scherpe
randen.
ä
Let op!
Monteer de kanalen aan de bovenzijde zodanig dat ze
gemakkelijk los te halen zijn. Bij onderhoud moet de bovenzijde
van het apparaat verwijderd worden.
ä
Let op!
Wanneer de DuoZone- of QuattroZone set wordt gemonteerd
dient rekening te worden gehouden met extra ruimte voor
service en onderhoud.

3..1. Aanvoerlucht van buiten

Via deze tuit zuigt de ventilatie-unit buitenlucht aan. Dit
kanaal moet thermisch en dampdicht geïsoleerd zijn om
condensatie aan de buitenzijde van het kanaal te
voorkomen.

3..2. Aanvoerlucht naar woning (2x)

Via deze tuit voert de ventilatie-unit de opgewarmde
lucht naar de woning aan. Voor een optimaal comfort is
het noodzakelijk dat een geluidsdemper in dit kanaal
wordt gemonteerd.

3..3. Afvoerlucht uit woning (2x)

Via deze tuit zuigt de ventilatie-unit de afvoerlucht uit de
woning af. Dit kanaal hoeft in principe niet thermisch te
worden geïsoleerd. Alleen als de ventilatie-unit buiten
de thermische schil van de woning is geplaatst
(bijvoorbeeld op een ongeïsoleerde zolder), is het wel
aan te raden het kanaal thermisch en dampdicht te
isoleren. Voor een optimaal comfort is het noodzakelijk
dat een geluidsdemper in dit kanaal wordt gemonteerd.
24

3..4. Afvoerlucht naar buiten

Via deze tuit voert de ventilatie-unit de afvoerlucht naar
buiten af. Dit kanaal moet thermisch en dampdicht
geïsoleerd zijn om condensatie aan de binnen- en
buitenzijde van het kanaal te voorkomen. Er wordt
geadviseerd een dakdoorvoer te gebruiken die geen
condensatie- of regenwater binnenlaat. Als dit niet het
geval is, moeten de onderdelen van het kanalensysteem
tussen deze afvoertuit en de dakdoorvoer waterdicht
gemonteerd zijn. De unit voert het eventuele
condenswater via de condensafvoer af.

3..5. Aanvoerlucht van binnen

De vorstklep dient ervoor, om te voorkomen dat het
condensaat in de warmtewisselaar bevriest. Om de klep
goed te laten functioneren moet hij tijdens de
vorstperiode voldoende ruimtelucht kunnen aanzuigen.
Een spleet onder de deur van ca 2 cm is afdoende. Er
kan ook voor worden gekozen om de vorstklep met een
(geïsoleerd) kanaal warme lucht uit een andere ruimte
te laten betrekken, als de spleet onder de deur kleiner
is, of wanneer de ventilatie-unit in een ongeïsoleerde
ruimte, of een ruimte buiten de verwarmde schil is
geplaatst
ä
Let op!
De opening van de vorstklep dient te allen tijde vrij te blijven. Leg
geen voorwerpen op het toestel!

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave