3.2.2. Montageposities en kanaalaansluitingen
ä
Let op!
Bevestig de ventilatie-unit aan een oppervlak met voldoende
massa, niet aan of op een houten of gipsen oppervlak of aan een
oppervlak met onvoldoende massa (˂ 200 kg/m
geluidsoverlast.
ä
Let op!
Zorg er altijd voor dat de ventilatie-unit zodanig wordt
gemonteerd dat de kanalen op de juiste in- en
uitblaasopeningen worden aangesloten!
ä
Let op!
Het toestel dient verticaal en waterpas te worden gemonteerd!
Voedingskabel links Vloermontage
Voedingskabel links Wandmontage
Aanvoerlucht van buiten
Afvoerlucht naar buiten
De ventilatie-unit kan direct op de vloer of aan de wand worden
gemonteerd met de meegeleverde muurbeugelset. Daarnaast is
ook een potenset (optioneel) beschikbaar.
De pictogrammen op de bovenkant van het toestel, bij de
kanaalaansluitingen, geven aan waar de kanalen van de woning
aangesloten moeten worden.
2
). Dit leidt tot
U dient altijd minimaal 4 kanalen aan te sluiten. De aansluitingen
Aanvoerlucht van buiten en Aanvoerlucht naar buiten moeten altijd
worden aangesloten.
De aansluiting Afvoerlucht uit woning, bovenzijde of zijkant, of beide
moeten worden aangesloten.
De aansluiting Aanvoerlucht naar woning, bovenzijde of zijkant, of
beide moeten worden aangesloten.
Voedingskabel rechts Vloermontage
Voedingskabel rechts Wandmontage
Aanvoerlucht naar woning
Afvoerlucht uit woning
23