Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Aansluiten Van Het Monstername-Apparaat; Installeren Van De Kabel - Endress+Hauser Liquistation CSF48 Beknopte Handleiding

Automatisch monstername-apparaat voor vloeibare media
Verberg thumbnails Zie ook voor Liquistation CSF48:
Inhoudsopgave

Advertenties

Liquistation CSF48
5

Elektrische aansluiting

5.1

Aansluiten van het monstername-apparaat

WAARSCHUWING
L
Instrument staat onder spanning!
Verkeerde aansluiting kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben!
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.
De elektrotechnicus moet deze beknopte handleiding hebben gelezen en begrepen en de
instructies daarin opgenomen opvolgen.
Voor het uitvoeren van de aansluitwerkzaamheden, moet worden gewaarborgd dat op
geen enkele kabel nog spanning staat.
LET OP
Het instrument heeft geen voedingsschakelaar
Een zekering met een maximaal waarde van 10 A moet door de klant worden voorzien.
Houd de locale voorschriften voor de installatie aan.
Gebruik een HBC-zekering met 10 A, 250 V AC voor monstername-apparaten met CSA-
goedkeuring.
De uitschakelaar moet een schakelaar of voedingsschakelaar zijn en worden gelabeld als
uitschakelaar voor het instrument.
De aardverbinding moet als eerste voor alle andere aansluitingen worden uitgevoerd.
Gevaar kan ontstaan wanneer de randaarde wordt losgekoppeld.
Een uitschakelaar moet in de nabijheid van het instrument worden geïnstalleerd.
Voor 24 V-uitvoeringen, moeten de voedingsspanning en de spanningsbron gescheiden
worden van laagspanningskabels (110/230 V AC) door dubbele of versterkte isolatie.
Bedrijf met niet-stationaire voedingskabelaansluiting op het monstername-apparaat
(optie)
LET OP
Het instrument heeft geen voedingsschakelaar
De voedingsschakelaar kan worden besteld via een TSP-modificatieverzoek.
Een zekering met een maximaal waarde van 10 A moet intern worden uitgevoerd met
bedrijf met een voedingskabel. De zekering kan worden gemonteerd onder het
achterdeksel.
De aardverbinding moet als eerste voor alle andere aansluitingen worden uitgevoerd.
Gevaar kan ontstaan wanneer de randaarde wordt losgekoppeld.
5.1.1

Installeren van de kabel

• Installeer de kabels zodanig, dat deze zijn beschermd achter het achterpaneel van het
instrument.
• Kabelwartels (maximaal 8 afhankelijk van de uitvoering) zijn leverbaar voor de kabelinvoer.
• De kabellengte vanaf de fundering tot de klemaansluiting is ongeveer 1,7 m (5.6 ft).
• Voor uitvoeren met onderkast is de kabellengte ongeveer 1,8 m (5.9 ft) vanaf de fundering.
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave