Liquistation CSF48
4.1.4
Aansluiting voor aanzuigmonsters
• Maximale aanzuighoogte:
• Vacuümpomp: standaard 6 m (20 ft) optie 8 m (26 ft)
• Peristaltische pomp: standaard 8 m (26 ft)
• Maximale slanglengte: 30 m (98 ft)
• Diameter slangaansluiting
• Vacuümpomp: 10 mm (3/8") 13 mm (1/2") , 16 mm (5/8") of 19 mm (3/4")
binnendiameter
• Peristaltische pomp: binnendiameter 10 mm (3/8")
• Innamesnelheid:
> 0,6 m/s (> 1.9 ft/s) voor 10 mm (3/8") ID, conform Ö 5893, US EPA
> 0,5 m/s (> 1.6 ft/s) voor ≤ 13 mm (1/2") ID, conform EN 25667, ISO 5667
Let op het volgende bij het opstellen van het instrument:
• Installeer de aanzuigleiding altijd zodanig, dat deze onder een hoek naar boven toe verloopt
vanaf het monsternamepunt naar het monstername-apparaat.
• Het monstername-apparaat moet boven het monsternamepunt worden opgesteld.
• Vermijd sifonvorming in de aanzuigleiding.
Voorwaarden aan het monsternamepunt:
• Sluit de aanzuigleiding niet aan op systemen die onder druk staan.
• Gebruik het aanzuigfilter om grove en abrassieve vaste stoffen tegen te houden die
verstopping kunnen veroorzaken.
• Dompel de aanzuigleiding in de doorstroomrichting.
• Neem het monster op een representatief punt (turbulente stroming, niet direct op de bodem
van het kanaal).
Nuttige monstername-accessoires
Aanzuigfilter:
houdt grove vaste stoffen tegen en vaste stoffen die verstopping kunnen veroorzaken.
4.1.5
Aansluiting voor monsterinlaat bij uitvoering met pomp
• Maximale aanzuighoogte:
• Vacuümpomp: standaard 6 m (20 ft) optie 8 m (26 ft)
• Peristaltische pomp: standaard 8 m (26 ft)
• Maximale slanglengte: 30 m (98 ft)
• Diameter slangaansluiting
• Vacuümpomp: 10 mm (3/8") 13 mm (1/2") , 16 mm (5/8") of 19 mm (3/4")
binnendiameter
• Peristaltische pomp: binnendiameter 10 mm (3/8")
• Innamesnelheid:
> 0,6 m/s (> 1.9 ft/s) voor 10 mm (3/8") ID, conform Ö 5893, US EPA
> 0,5 m/s (> 1.6 ft/s) voor ≤ 13 mm (1/2") ID, conform EN 25667, ISO 5667
Let op het volgende bij het opstellen van het instrument:
• Installeer de aanzuigleiding altijd zodanig, dat deze onder een hoek naar boven toe verloopt
vanaf het monsternamepunt naar het monstername-apparaat.
• Het monstername-apparaat moet boven het monsternamepunt worden opgesteld.
• Vermijd sifonvorming in de aanzuigleiding.
Endress+Hauser
Installatie
15