Een robotprogramma opnemen (programmeren) en starten
• Voordat u gaat schoonmaken, moet de ruimte vrij zijn van mensen (behalve de persoon die de
opname doet) en dieren; gangen en hokken moeten vrij zijn van obstakels en deuren en
poorten moeten gesloten zijn.
• Bij de ingang van de ruimte moet tijdens het schoonmaken een waarschuwingsteken worden
geplaatst.
• De persoon die de opname doet, moet gehoorbescherming, een ademhalingsmasker en een
veiligheidsbril dragen. Andere aanbevolen persoonlijke beschermingsmiddelen zijn
beschermende kleding, laarzen en handschoenen.
• Tijdens de opname dient de operator op veilige afstand van de bewegende delen van de robot
en de hogedrukstraal te blijven.
• Tijdens de opname moet de robot zo worden gemanipuleerd dat de waterstraal of de
bewegende onderdelen van de robot niet in contact komen met gevoelige elektronica of
andere gevoelige apparatuur.
• Als u markeringen gebruikt, bevestig deze dan stevig zodat deze gedurende het
schoonmaakproces dezelfde positie kunnen behouden.
Schoonmaken en onderhoud
• De robot na gebruik zorgvuldig spoelen. Geen hogedrukreiniger gebruiken.
• De batterijen moeten opnieuw worden opgeladen in een goed geventileerde ruimte, vrij van
ontvlambare materialen.
• Tijdens onderhoud moet de robot zijn uitgeschakeld.
• Het is alleen gekwalificeerd personeel toegestaan om reparaties van de robot uit te voeren.
Kantelrisico
• Vervoer de robot niet in de parkeerpositie als de grond een grotere zijwaartse hellingshoek
van 20 graden heeft.
• Als de toren in een hoek van 90 graden vanaf het middelpunt wordt gedraaid en de telescoop
en de arm zijn gestrekt, dan mag de grond geen grotere hellingshoek dan 5 graden hebben
(ook afhankelijk van of de waterstraal omhoog of omlaag is gericht).
• Tijdens het schoonmaken achter de robot in het gemarkeerde gebied, zoals op Afbeelding 3,
bestaat er een kantelrisico dat afhankelijk is van de ondergrond en de positie van de boom,
telescoop en arm. Aanbevolen wordt, als u in dit gebied werkt, de telescoop helemaal in te
trekken.
• De toren moet in het midden staan als u het transportwiel gebruikt.
Kortsluiting van de batterij
Om kortsluiting te voorkomen tijdens het vervangen van de batterijen, verwijdert u eerst altijd
de connector van de minpool van de batterij die is aangesloten op de robot. Sluit deze pool ook
altijd als laatste aan.
Geïntegreerde veiligheidsvoorzieningen
De robot bevat een geïntegreerd veiligheidssysteem met vele verschillende alarmen. Als er zich een
stopalarm voordoet, zal de robot automatisch de handeling staken, de waterstraal stoppen en een
alarmtekst op het operatorpaneel weergeven. Het alarm moet worden bevestigd voordat het gebruik weer
kan worden hervat.
•
Bescherming tegen spanningsfouten wordt gegeven door een zekering in de printplaat.
•
Bescherming tegen een laag voltage van de batterij wordt geregeld door de computer en er wordt
een alarm gegenereerd als dit gebeurt
•
Bescherming tegen botsingen tijdens gebruik wordt gedetecteerd door elke individuele motor en
er wordt een alarm gegenereerd als de motor niet beweegt zoals verwacht.
4