8.3
Onderhoud
Afhankelijk van het resultaat van de inspectie moet tot
onderhoud, zo mogelijk aan preventief onderhoud worden
overgegaan. De aanleiding hiertoe is:
ad. a De op- of aanmerking van de klant over de werking
van de cv-ketel kunnen mogelijk verborgen gebreken
en probleemstellingen kenbaar maken.
ad. b De druk van de installatie dient tussen 1 en 2 bar
gebracht te worden: mogelijk lek in de installatie
dient opgespoord te worden en eventueel door
installateur of servicedienst verholpen te worden
ad. c Mogelijke lekkages dienen verholpen te worden.
ad. d Bij waterlekkage uit de luchttoevoerpijp dient de
oorzaak opgespoord te worden, mogelijk gelegen
in het dakvlak of bij een concentrische pijp, door
lekkage van de rookgasafvoer pijp.
ad. e Indien het condenswater uit de sifon sterk verontrei-
nigd is, dient gespoeld te worden.
Indien de brander reeds verwijderd is, met een vul-
slang water in de warmte wisselaar laten lopen, wat
automatisch de sifon bereikt.
Trek conclusie uit het servicescherm en wijzig die
onderdelen welke oorzaak zijn van deze storingen, bij
gebruik van het service programma en een laptop.
ad. f Stel indien noodzakelijk de gasinstelling van
minimale en maximale belasting bij op de gasklep.
ad. g Indien de cv-pomp ruis vertoont, geeft het de aan-
beveling, de pompmotor preventief te vervangen.
34
ad. h Bij een tapwaterhoeveelheid kleiner dan de waarde
van tabel 3 CW klasse (pagina 10), dient de water-
hoeveelheidsbegrenzer gecontroleerd te worden op
vuil. Indien deze schoon is en de waterhoeveelheid
ligt op een waarde die kleiner is dan tabel 3 CW-klasse
(pagina 10), dient de warmte wisselaar voor het tap-
water ontkalkt of vervangen te worden, daar voor
99% kalkvorming in de sanitair wisselaar de oorzaak
hiervan is.
ad. i Indien het aanvoerwater verhoogd wordt in tempera-
tuur tijdens het tappen, betekent dat de driewegklep
aan de binnenzijde vervuild is en dient deze schoon-
gemaakt of vervangen te worden.
ad. j De brander zelf mag nooit worden schoongemaakt.
Indien de warmtewisselaar aan de binnenzijde vuil is
en/of er aanslag aan de binnen zijde van de roestvast-
stalen buizen zit, dient dit laatste met een harde
nylon borstel of citroenzuur verwijderd te worden
(geen staalborstel gebruiken!).
Hierna met een stofzuiger het vuil verwijderen.
ad. k Indien de schoepen van de ventilator aangeslagen
zijn met vuil dient nauwkeurig iedere schoep gerei-
nigd te worden totdat het materiaal van de schoep
weer zichtbaar is. Indien dit niet gelijkmatig gebeurt,
zal de ventilator niet gelijkmatig draaien en in
onbalans raken.
ad. l De elektrode voorzichtig, zonder de brander te raken
buigen, totdat de goede afstand wordt bereikt.
(zie pag. 33).