31.
De instellingen volgens pagina 24 afstelling en instelling belasting doornemen.
34. Branderautomaat met behuizing op de volgende wijze uit het toestel nemen.
Neem de deksel af.
◆
Neem de bedrading op de print – 1x 2-polige stekker (achterzijde print, met groene draden), 1x 8-polige stekker (links
◆
voor), 2x 16-polige stekker, en de 230V-stekker (rechterzijde) – weg.
Verwijder twee schroeven aan de onderzijde, waarmee de behuizing is vastgezet, waarna de behuizing
◆
incl. branderautomaat uit het toestel kan worden genomen.
Hierna het kabeltje van het display losnemen van de print, en de branderautomaat uit de behuizing schuiven en
◆
vervangen.
35. Vervangen of bij buigen. Pas op, buigen nabij de branderplaat, anders kans op breuk.
36. Droog maken, eventueel met warme lucht (föhn) droogblazen en controleren op juist functioneren, eventueel
vervangen.
37. Zie 36.
38. Zie 36. Neem de aansluiting weg en maak de aansluiting droog door blazen en of onder gebruik maken van een föhn.
39. Zie 36. Neem de aansluiting weg en maak de aansluiting droog door blazen met behulp van een föhn.
40. Stekker-draadaansluiting dient te wijzen naar de buitenzijde van de ventilator en met één zijde in de sleuf van de
printplaat te vallen.
41. Stekkers controleren en op juiste wijze in elkaar schuiven.
42. Kabels controleren op mogelijke beschadigingen of beknellingen en mogelijk vervangen.
43. Leidingaansluitingen controleren, senor vervangen.
44. Afdichting warmtewisselaar op rookgaskast controleren, zonodig herplaatsen, nieuwe lippenring monteren.
45. Controleer alle tappunten en mogelijk ww-leidingen op lek.
46. Plaats de schakelaar van de pomp op stand 3.
47. Op de leiding is een sticker aanwezig met de kleur indicatie van de sensorbedrading.
48. Zekering mogelijkerwijze vervangen (moet een reden zijn voor defect). Er is een reserve zekering aanwezig,
zie schema op blz. 22.
49. Zekering mogelijkerwijze vervangen (moet een reden zijn voor defect). Er is geen reserve zekering aanwezig,
zie schema op blz. 22.
50. Controleer het netsnoer, de wandcontact doos op spanning; hoofdzekering.
51.
Controleer de geprogrammeerde parameters op blz. 18.
52. Controleer het type van de kamerthermostaat, en de aanduiding op de sticker van de kroonstenen op het toestel.
53. Wijzig het stappenprogramma, zie hiervoor blz. 18 en 21.
54. Breng een wijziging aan in de tijden van "opstaan", in de klokthermostaat.
55. Aanvoer (uitgaande water) bevindt zich aan de linkerzijde van het toestel; retour rechterzijde.
56. Druk de 4-aderige kabel met ministekker, in de drieweg klepmotor; controleer de drie kabels (2x rood en 1x geel) in de
kroonsteen poort 9, op het deksel, uitnemen en opnieuw vastzetten.
57. Controle op de juiste montage van deze insteek sensor in de dompelbuis.
58. Instelling m.b.v. een juist passende inbussleutel (8 mm).
59. Het toestel dient zowel cv-zijdig, als tapwaterzijdig te worden afgetapt.
De tapspiraal kan uit het toestel worden genomen, indien de twee T-stukken aan iedere zijde van de spiraal,
met behulp van de vlakke koppelingen, worden losgenomen.
De bevestigingsbeugel aan de onderzijde van de spiraal los nemen.
De ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis, wordt doorspoeld met sanitair water en zal mogelijkerwijze
verkalkt of vervuilt zijn; dit gedeelte dient gespoeld te worden.
60. Het is mogelijk, dat de 18-voudige printplaatstekker, één pennetje te ver is opgeschoven, waardoor de bedrading
niet met de juiste pennen communiceert: Controleer zowel aan de linkerzijde van de printplaatstekker, als aan de
rechterzijde, om te constateren, of de stekker(s) juist zijn gemonteerd.
61. Het defect aan een gasblok kan meestal twee oorzaken hebben: de magneetspoelen zijn defect of er is een intern
defect van de gasklep. In beide gevallen is het aan te raden, de gehele gasklep te vervangen.
62. Indien m.b.v. de speciale "service software" kan de ketel regeling aangepast worden, indien de gewijzigde parameters
geprogrammeerd worden, is dit de bevestiging, dat de ketelregeling de nieuwe parameters heeft geaccepteerd.
63. Er dient met de juiste software (dit contoleren svp) geprogrammeerd te worden. Tevens dienen de uiterste waarden
niet overschreden te worden. Tracht nogmaals te programmeren.
31