7.2
Oplossingen tabel
Tabel 16 Oplossingen storingen
In tabel 16 staan de oplossingen voor diverse storingen. De nummers corresponderen met tabel 13 Storingen.
1.
Controleer kabel of vervang de kabel, controleer de aansluiting op de klemmenstrook.
2.
Vervang kamerthermostaat of vervang de kabel. Is de juiste thermostaat geplaatst.
3.
Vervang sensor of spoor de fout in de kabel op.
4.
Probeer de pompas los te maken of vervang het aandrijfgedeelte van de pomp.
5.
Vul het water bij en spoor het lek op. Controleer ook het expansievat op intern lek.
6.
Te veel water bijgevuld of controleer druk expansievat of vervang expansievat.
7.
Plaats stekker: stekkergedeelte met de kabels komt aan de ventilatorzijde.
8.
Schoepen van de ventilator schoonmaken.
9.
Ventilator vervangen.
10. Gaskraan openen.
11.
Leiding en gasmeter controleren, eventueel weerstandsberekening maken.
12. Gasleiding wijzigen.
13.
Zekeringen vervangen; F3-controle van ventilator: vocht, kortsluiting, stekker, bedrading.
14. Zekeringen vervangen; F4-controle op alle 230 V aansluitingen: pomp, printaansluiting.
15.
Zekeringen vervangen; F5-controle op de aansluiting, de stekker en de driewegklepmotor.
16. Zie paragraaf 6.4.
17.
Controleer met behulp van aansluitschema de bekabeling. Controleer de aansluiting op de gasklep, let op vocht.
18. Controleer kabel op kortsluiting, oververhitting dicht bij of gekneld tussen staalplaat. Controleer de bougiedop op
scheuren, vervang de dop.
19. Vervang de branderautomaat.
20. Vocht insluiting, let op de kabelschoenen die op juiste wijze in de stekker dienen te schuiven. Controleer de
stand van de kabelschoen, eventueel richten, voordat de stekker wordt opgeschoven.
21. Controleer of de stekker(s) juist in elkaar passen, met de juiste aandrukkracht.
22. Open de spoelleiding (linkerzijde van het toestel), door de dop eraf te draaien. Houd een beker hieronder om de
uitlopende hoeveelheid water op te kunnen vangen. Prik met een pen in deze leiding, zowel naar linksboven als naar
rechtsboven. Neem desnoods de branderunit uit het toestel en giet water in de warmtewisselaar om de sifon door te
spoelen.
23. Ontluchten, niet uitsluitend de ketel, maar de gehele installatie – bij dit soort van algehele ontluchting kan het beste
de 230 V stekker van het toestel uit het stopcontact worden genomen, daar bij ontluchten de cv-pomp niet dient te
functioneren.
24. Inspecteer de afsluitklep van de driewegklep door de pompmotor met de vier bevestigingsschroeven te demonteren.
Aan de binnenzijde van het huis kan de klep geïnspecteerd worden.
De aandrijfmotor kan verwijderd worden, door de bevestigingsschroef aan de voorzijde van het huis te verwijderen
(rechts onder) en daarna de "inklik" lip aan de zijkant van het huis, vlak boven de motor, in te drukken en tegelijk de
motor naar beneden duwen.
25. Controleer de toe- en afvoerleiding op verstopping.
26. Controle van het af- en toevoersysteem.
27. Zie 26.
28. Neem de koud wateraansluiting van het toestel los. Verwijder de doorstroom instelkraan en reinig deze.
29. Aangeraden wordt om eerst de branderautomaat uit het toestel te verwijderen, om waterschade aan de printplaat
te vermijden.
Na aftappen van het toestel, dienen de koppelingen van het T-stuk in de aanvoerleiding en de vlakke koppeling
van de retour bij de pomp te worden losgenomen.
Neem de aarde- en de bougiekabel en de draden van de maximaal thermostaat (rechts boven) los.
Hierna de drie trekstangen los nemen, de warmte wisselaar gedeeltelijk naar voren schuiven en de stekker op de
ventilator. Hierna de wisselaar uit het toestel nemen.
30. Maximaal thermostaat vervangen, door deze uit de messing moer te schroeven. Er behoeft niet te worden afgetapt
(de messing moer niet verwijderen).
30