Aansluiting
3 3.4 Hulpbussen
3.4.1 Busbedieningen monitoren
1
2
3
3.4.2 Monitormixen maken
1. AFL-knop. Met deze knop wordt de aux-bus solo naar de aux-uitgangen na de fader gestuurd.
Tip voor ervaren gebruikers: Het gebruik van deze regelaar om mee te luisteren naar de
monitormix van een artiest kan een geweldige manier zijn om snel precies de juiste
hoeveelheid van elk signaal in te voeren en sneller een geweldige monitormix te krijgen.
2. Mute-knop. Met deze knop wordt de aux-bus gedempt of weer ingeschakeld. De LED-to
de linkerkant ervan licht rood op als de aux-busuitgang is gedempt.
Tip voor ervaren gebruikers: Het dempen van een aux-busuitgang tijdens pauzes is een snelle en
gemakkelijke manier om onbedoelde signaalpieken of feedback te voorkomen.
3. Uitgangsniveau. Past het masterniveau van de aux-uitgang aan.
Het maken van aangepaste monitormixen is van cruciaal belang. Als muzikanten zichzelf of hun bandleden niet kunnen
horen, zullen hun optredens daaronder lijden. Een monitormix kan mono of stereo zijn.
Meestal is een individuele live-monitormix mono en wordt deze naar een floor-wig- of sidefill-monitor gestuurd. (De
voor de hand liggende uitzondering vormen in-ear monitorsystemen.) Een studiomonitormix is meestal stereo omdat
deze naar een hoofdtelefoonversterker wordt gestuurd die zowel een linker- als een rechterkanaalingang vereist. In
beide gevallen is de functie van de aux-bus hetzelfde.
Laten we als voorbeeld een mix maken voor Aux Bus 1:
1. Met de Aux 1-zendregelaar voor elk kanaal wordt het zendniveau in de Aux 1-mix ingesteld.
Gebruik deze knoppen op dezelfde manier waarop u de uitgangsniveauregelaars gebruikt om te kiezen
in je hoofdmix. Vraag je muzikanten wat ze graag op hun monitor willen hebben
mix en gebruik hun verzoeken als uitgangspunt.
2. Gebruik de Aux 1 Output-regelaar om het algehele uitgangsniveau aan te passen.
3. Druk op de Aux 1 AFL-knop om de mix via de hoofdtelefoon of te beluisteren
controlekameruitgangen terwijl u de laatste aanpassingen aan de mix maakt.
StudioLive® ARc-serie
Gebruikershandleiding
10