Veiligheid
Noodstop
In installaties met meer dan één apparaat of met aanvullende externe noodstopschakelaars dienen
de noodstopcircuits overeenkomstig de beschrijving in de installatiehandleiding met elkaar te worden
verbonden en dient de werking ervan te worden getest. Het noodstopcircuit mag door slechts één
apparaat van spanning worden voorzien.
Noodstopcircuit
• Het noodstopcircuit mag door slechts één Sunny Central van spanning worden voorzien.
• De bruggen correct op de klemmenstrip van de noodstop van het apparaat plaatsen.
2.2.5 Voedingen
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door elektrische schok!
In het apparaat zijn hoge spanningen aanwezig.
• De aardleiding dient vóór het inschakelen van de externe spanningen te zijn
aangesloten.
• Aan de AC-netaansluitingsklem de nominale spanning, de frequentie en het rechter
draaiveld aanhouden.
• Vóór het plaatsen van de DC-ingangszekeringen (intern of extern) dienen de
polariteit en de aardlekbeveiliging van de ingangen te worden gecontroleerd. De
zekeringen mogen uitsluitend in onbelaste toestand en met persoonlijke
veiligheidsuitrusting en zekeringhandvat geplaatst of verwijderd worden.
• Bij geplaatste DC-zekeringen (intern of extern) staat via de verzamelrail in de Sunny
Central op alle extern aangesloten DC-hoofdverdelers, DC-onderverdelers
(Sunny String Box) en spanning in keerrichting.
• Tijdens het inschakelen moeten de deuren gesloten zijn!
Voorwaarden voor het inschakelen van de externe voeding
• Alle aansluitingen zijn overeenkomstig de installatiehandleiding en het schakelschema uitgevoerd.
• De aardleiding voor de netvoeding en de eigen voeding is aangesloten.
• Het apparaat is uitgeschakeld. De sleutelschakelaar staat op "Stop" en de hoofdschakelaars
zijn uitgeschakeld.
• De DC-ingangszekeringen (intern of extern) zijn aangebracht en de aanraakbeveiliging
(afdekkingen van plexiglas) is gemonteerd.
• De nominale spanningen, de frequenties en het rechter draaiveld worden niet overschreden.
• De polariteit van de DC-spanningen op de ingangen resp. op de zekeringingangen (afhankelijk
van het apparaat) is gecontroleerd.
• De polariteit van de DC-spanningen aan de omvormeringang (afhankelijk van het apparaat) is
gecontroleerd.
• De aardlekbeveiliging van de fotovoltaïsche generator is door middel van een controle van de
isolatie vastgesteld.
12
SC400_500_630-INL090830
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding