Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijzondere Gevaren Bij Fotovoltaïsche Installaties; Elektrische Aansluiting; Bliksembeveiliging - SMA Sunny Central 400LV Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SMA Solar Technology AG
2.2.3 Bijzondere gevaren bij fotovoltaïsche installaties
Fotovoltaïsche installaties beschikken over een aantal bijzondere kenmerken die tot gevaarlijke
situaties kunnen leiden:
• Er is een actieve stroombron aangesloten. Afhankelijk van de bedrijfstoestand kan er spanning
van de fotovoltaïsche generator en van de Sunny Central aanwezig zijn. Hiermee dient met
name rekening te worden gehouden bij het vrijschakelen van onderdelen van de installatie.
• Er zijn zeer hoge DC-spanningen (geen nuldoorgang) aanwezig die bij een storing of bij niet-
reglementair gebruik van zekeringen of pluggen tot lichtbogen kunnen leiden.
• De kortsluitstroom van de fotovoltaïsche generator is slechts een fractie hoger dan de maximale
bedrijfsstroom en bovendien afhankelijk van de instraling. Bij kortsluiting in de installatie is niet
altijd gewaarborgd dat de aanwezige zekeringen worden uitgeschakeld.
• De netvorm van de PV-generator is over het algemeen een ongeaard IT-netwerk dat in het geval
van een storing bij een aardlek onbedoeld wordt geaard.
• Bij storingen (bijv. kortsluiting) is het moeilijk om een zeer vertakt opgebouwde generator uit te
schakelen. Wij adviseren externe DC-vrijschakelaars te gebruiken voor het vrijschakelen van de
omvormer resp. van de DC-hoofdleidingen resp. van de Sunny String Monitors (DC-
vrijschakelaars zijn optioneel verkrijgbaar). Op iedere DC-ingang dient een goed toegankelijke
DC-vrijschakelaar te worden geïnstalleerd (voor meer informatie, zie voornorm VDE 0100 deel
712 en VDI-richtlijn 6012).
2.2.4 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient conform de installatiehandleiding, het variantenschakelschema en de
technische gegevens van het apparaat te worden uitgevoerd.
De netaansluitingsleiding voor de netvoeding dient met de op het typeplaatje vermelde nominale
stroom te worden beveiligd. Als de vermelde nominale stroom afwijkt van de nominale stroom van de
zekeringen, kan de zekering met de volgende hogere nominale stroom worden gebruikt.
Netaansluitingsleiding
De netaansluitingsleiding voor de eigen voeding dient met de in de technische gegevens
vermelde leidingbeveiligingsschakelaar te worden beveiligd.

Bliksembeveiliging

De apparaten beschikken over een interne overspanningsbeveiliging aan AC- en DC-zijde. De
gewenste beveiliging kan echter alleen worden bereikt als voor het gebouw waarin de installatie zich
bevindt een bliksembeveiligingszone-concept conform DIN VDE 0185-4 is opgesteld, d.w.z. als
onder andere bij de openingen van het gebouw (overgang bliksembeveiligingszone LPZ 1)
bliksemafleiders resp. gecombineerde overspannings- en bliksemafleiders aanwezig zijn. Deze
behoren niet tot de leveringsomvang.
De gecombineerde overspannings- en bliksembeveiliging voor de signaalingangen kan optioneel
worden besteld.
Installatiehandleiding
SC400_500_630-INL090830
Veiligheid
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave