Opname en weergave
Gebruiken van de SONG
RECORDER toets
Telkens bij indrukken van de SONG RECORDER
toets wordt naar de volgende optie voor opname
gegaan in de hieronder getoonde volgorde.
Brandt
Knippert
Weergave
standby
Opnemen naar een specifiek
melodiespoor
Na het opnemen van een van de sporen van een
melodie kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u
luistert naar de weergave van wat u op het eerste spoor
opgenomen had.
1.
Druk tweemaal op de SONG RECORDER
toets zodat de corresponderende indicator
gaat knipperen.
• Op dat moment gaat de L indicator knipperen om
aan te geven dat de digitale piano klaar staat voor
opname op Spoor 1.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
selecteer d.m.v. de SONG RECORDER (L/R)
toets het spoor dat u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat
knipperen.
Spoor 1: L indicator
Spoor 2: R indicator
Voorbeeld:
Spoor 1 geselecteerd
D-16
Uit
Opname
Normaal
standby
3.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
• Toon (pagina D-5)
• Effecten (pagina D-8)
OPMERKING
• Configureer de instellingen voor de maatslag en het
tempo en druk daarna op de METRONOME toets
als u wilt dat de metronoom klinkt tijdens het
opnemen. Voor meer informatie zie "Gebruiken van
de metronoom" op pagina D-9.
4.
Speel iets op het keyboard.
• Het opnemen begint automatisch.
5.
Druk op de SONG a toets om de opname
te stoppen.
• Hierdoor veranderen de SONG RECORDER toets
indicator en de indicator van het spoor dat u opnam
van de knipperende naar de oplichtende stand.
• Druk op de SONG a toets om het spoor dat u
zojuist opgenomen heeft weer te geven.
6.
Druk nadat u klaar bent met het opnemen of
weergeven op de SONG RECORDER toets
zodat de corresponderende indicator uit gaat.