Spelen met verschillende tonen
Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de hieronder getoonde klaviertoetsen
om het volume in te stellen van de gelaagde
tonen.
C1
C2
C3
Oorspronkelijke instelling (default) (midden)
Volume van de gelaagde toon
(Tweede toon die u selecteerde)
• Houd om terug te gaan naar de oorspronkelijke
instelling van het volume, de FUNCTION toets
ingedrukt en druk tegelijkertijd op beide toetsen.
D-8
C4
C5
C6
C7
Volume van de hoofdtoon
(Eerste toon die u selecteerde)
Gebruiken van effecten
Nagalm : Laat uw noten resoneren.
Zweving : Voegt meer ruimtelijkheid toe aan uw noten.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en ga
door de beschikbare instellingen met de
Reverb (nagalm) of Chorus (zweving)
klaviertoetsen.
• Telkens bij indrukken van de Reverb (nagalm) of
Chorus (zweving) klaviertoets geeft de digitale piano
een piepgeluid afhankelijk van de geselecteerde
instelling, zoals getoond in de onderstaande tabel.
C8
• Nagalm
Aantal pieptonen Instelling
1 (lang)
1 (kort)
2
3
4
• Zweving
Aantal pieptonen Instelling
1 (lang)
1 (kort)
2
3
4
■ Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal
produceren. DSP is toegewezen aan elke toon telkens
wanneer de spanning van de digitale piano
ingeschakeld is.
Nagalm
Zweving
Uit (OFF)
Room (kamer)
Small Hall (kleine zaal)
Large Hall (grote zaal)
Stadium
Uit (OFF)
Light Chorus (lichte zweving)
Medium Chorus
(middelmatige zweving)
Deep Chorus (diepe zweving)
Flanger (suisend effect)