11
Onderhoud – algemeen
11.2
Aandraaimomenten
Componenten
Blanke zuigerstangen van alle hydraulische ci-
linders goed invetten en zo ver mogelijk intrek-
ken
Alle hendelscharnieren en lagerpunten zonder
smeermogelijkheid bevochtigen met olie
Verfbeschadigingen bijwerken, blanke delen
met roestwerend middel conserveren
Alle bewegende componenten op goede
gangbaarheid controleren. Indien nodig de-
monteren, reinigen en ingevet weer monteren.
De machine op een tegen weersinvloeden be-
schermde, droge plaats neerzetten, die zich
niet in de nabijheid van corroderende stoffen
bevindt
Bescherm de banden tegen invloeden van
buitenaf, zoals bijv. olie, vet, zonbestraling,
enz.
De machine iedere 2 maanden bewegen
11.1.3
Onderhoud – eenmalig na 10 uur
Componenten
Bandenspanning controleren
Wielmoeren aanhalen
Bouten/moeren op de machine vastdraaien
Schroeven aan de tanden controleren
11.1.4
Onderhoud – om de 50 uur
Componenten
Bandenspanning controleren
Wielmoeren aanhalen
Bouten/moeren op de machine vastdraaien
Schroeven aan de tanden controleren
11.1.5
Onderhoud – om de 1.000 uur
Olie verversen
Hoofdaandrijving
11.2
Aandraaimomenten
Afwijkende aandraaimomenten
Alle schroefverbindingen moeten principieel met de hierna vermelde aandraaimomenten
worden vastgedraaid. Afwijkingen van de tabel zijn overeenkomstig gemarkeerd.
66
zie pagina 71
zie pagina 72
zie pagina 66
zie pagina 70
zie pagina 71
zie pagina 72
zie pagina 66
zie pagina 70
zie pagina 75
Originele handleiding 150000168_04_nl
KWT 2000