78 | Energie besparen
10
Energie besparen
Bij de weersafhankelijke regeling wordt de
•
aanvoertemperatuur geregeld overeenkomstig
de ingesteld verwarmingscurve. Hoe kouder
de buitentemperatuur, hoe hoger de aanvoer-
temperatuur.
Om energie te besparen: Stel de verwarming-
scurve overeenkomstig de isolatie van het
gebouw en de omstandigheden van de instal-
latie zo laag mogelijk in (
vanaf pagina 54).
Vloerverwarming:
•
De aanvoertemperatuur niet hoger instellen
dan de door de installateur aanbevolen maxi-
male aanvoertemperatuur. (BV.: 60°C).
Het temperatuurniveau en de schakeltijden op
•
het temperatuurgevoel van de bewoners
afstemmen.
– Verwarmen
– Sparen
= actief wonen
– Eco
= afwezig of slapen.
Stel in alle ruimten de thermostaatkranen zo
•
in dat de gewenste kamertemperatuur ook
kan worden bereikt. Verhoog het temperatuur-
niveau pas als de temperatuur na lange tijd
niet bereikt wordt (
pagina 33).
Door het verlagen van de ruimtetemperatuur
•
tijdens spaarfasen kan veel energie worden
bespaard: Verlagen van de ruimtetemperatuur
met 1 K (°C): tot 5 % energiebesparing. Niet
zinvol: De ruimtetemperatuur van dagelijks
verwarmde ruimten te laten dalen beneden
+15 °C. De afgekoelde muren geven dan
koude af, de ruimtetemperatuur wordt ver-
hoogd en zo wordt meer energie verbruikt dan
bij een gelijkmatige warmteaanvoer.
Goede warmte-isolatie van het gebouw: De
•
ingestelde temperatuur voor Sparen wordt
niet bereikt. Toch wordt energie bespaard
omdat de verwarming uitgeschakeld blijft.
Stel het schakelpunt voor Sparen vroeger in.
6 720 647 657 (2011/04)
hoofdstuk 8.3
= comfortabel wonen
hoofdstuk 6.3.2 op
Laat bij het luchten het raam niet op een kier
•
staan. Daarbij wordt voortdurend warmte aan
de ruimte onttrokken zonder dat de ruimte-
lucht noemenswaardig wordt verbeterd.
Het is beter om kort, maar intensief te luchten
•
(Raam geheel openen).
Draai tijdens het luchten de thermostaatkraan
•
dicht of zet de functieschakelaar op Eco.
Het temperatuurniveau en de schakeltijden
•
van de warmwaterbereiding op de warmwa-
terbehoefte van de bewoners afstemmen.
Solaroptimalisatie
Activeer de Invloed optimalisatie WW door het
instellen van een waarde tussen 1 K en 20 K
hoofdstuk 6.6 op pagina 39. Als het effect van
de Invloed optimalisatie WW te sterk is, dient u
de waarde stapsgewijs te verminderen.
Activeer de Optimalisatieinvloed CV circuit door
het instellen van een waarde tussen 1 K en 5 K
hoofdstuk 6.6 op pagina 39. Als het effect van
de Optimalisatieinvloed CV circuit te sterk is,
dient u de waarde stapsgewijs te verminderen.
nl