Inhoudsopgave
Advertenties
nl
3.2
Elektrische aansluiting
3.2.1
Elektrische aansluiting in verwar-
mingstoestel
B Door de inbouw van de regelaar wordt auto-
matisch de busverbinding via de drie contac-
ten tot stand gebracht (
pagina 10).
AF
ST 19
A F
1
2
Afb. 14
Regelaar via buscontacten in de buscom-
patibele Heatronic 3 ingebouwd.
Via het derde contact herkent de re-
gelaar dat deze in het verwarmings-
toestel in ingebouwd.
3.2.2
Elektrische aansluiting aan de muur
B Busverbinding van regelaar naar overige bus-
deelnemers:
Gebruik elektrische kabels die minimaal over-
eenkomen met type H05 VV-... (NYM-I...).
Toegestane kabellengten van de buscompatibele
Heatronic 3 naar de regelaar:
afbeelding 6 op
Heatronic 3
FW 200
4 B B
6 720 612 481-04.1R
Installatie (alleen voor de installateur) | 15
Leidinglengte
≤ 80 m
≤ 100 m
≤ 150 m
≤ 200 m
≤ 300 m
B Om inductieve beïnvloeding te voorkomen:
Installeer alle laagspanningsleidingen geschei-
den van leidingen met een spanning van 230 V
(Minimumafstand 100 mm).
B Als er inductieve externe invloeden zijn, moe-
ten de leidingen worden afgeschermd.
Daardoor worden de leidingen beschermd
tegen externe invloeden zoals sterkstroomka-
bels, voeringsleidingen, transformatorsta-
tions, radio- en televisietoestellen,
amateurzendstations, magnetrons en derge-
lijke.
AF
FW 200
B
B
Afb. 15
Regelaar aan buscompatibele Heatronic
3 aangesloten.
Als de leidingdiameters van de bus-
verbindingen verschillend zijn:
B Sluit de busverbindingen via een
aftakdoos aan.
Diameter
0,40 mm
0,50 mm
0,75 mm
1,00 mm
1,50 mm
Heatronic 3
ST 19
A F
1
2
4 B B
6 720 612 481-05.1R
6 720 647 657 (2011/04)
2
2
2
2
2
Advertenties
Inhoudsopgave
