56 | Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
90
C
80
70
60
50
40
30
20
10
+20
+10
Afb. 19
Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor voetpunt-/eindpuntmethode
90
C
80
70
60
50
40
30
20
10
+20
+10
Afb. 20
Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor vloerverwarming
AT
Buitentemperatuur
Basisinstelling van de parameters
voor verwarmingscurve
Exponent verwarmingsoppervlak
(vaste waarde), kromming van de
verwarmingscurve
Min. buitentemperatuur
Voetpunt
Eindpunt
Temperatuurkeuze
Maximale aanvoertemperatuur
Ruimtetemperatuur compensatie
Buitentemperatuur uitschakeling
6 720 647 657 (2011/04)
0
-10
-20
C
AT
6 720 612 481-30.1R
0
-10
-20
C
AT
6 720 612 481-29.1R
Voetpunt/eindpunt
–
–
25°C
75°C
–
80°C
0,0K
20°C
90
C
80
70
60
50
40
30
20
10
+20
+10
Afb. 21
Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor verwarming met radiatoren
90
C
80
70
60
50
40
30
20
10
+20
+10
Afb. 22
Basisinstelling van de verwarmingscurve
voor verwarming met convectoren
VL
Aanvoertemperatuur
Vloerverwarming
1,1
–15°C
–
–
45°C
55°C
0,0K
20°C
0
-10
-20
C
AT
6 720 612 481-27.1R
0
-10
-20
C
AT
6 720 612 481-28.1R
Radiatoren
Convectoren
1,3
1,4
–15°C
–15°C
–
–
–
–
75°C
80°C
80°C
80°C
0,0K
0,0K
20°C
20°C
nl