4.3 Bediening van de display
Op uw display bevinden zich zes knoppen:
A. Aan/uit knop van uw display
Middels deze knop zet u de display aan. Door nogmaals op
deze knop te drukken schakelt u de display weer uit (afb. 33).
B. Rij instellingen/minknop
Middels deze knop kunt u verschillende rij instellingen
selecteren. Door meerdere malen op deze knop te drukken
kunt u een van de volgende instellingen selecteren:
•
Vlak: deze optie selecteert u als in een vlakke omgeving
gaat fietsen, dit is tevens de standaard instelling (afb. 34).
•
Heuvelachtig: deze optie selecteert u als u in een
bergachtige omgeving gaat fietsen. Bij lage snelheden
(tot 14 km/u) wordt meer ondersteuning gegeven (afb. 35).
•
Wind tegen: deze optie selecteert u als u wind tegen hebt.
Bij hoge snelheden wordt meer ondersteuning gegeven.
Bij optrekken tot 10 km/u wordt dezelfde ondersteuning
gegeven (afb. 36).
•
Wind mee: deze optie selecteert u als u de wind in uw rug
voelt. Bij hoge snelheden wordt minder ondersteuning
gegeven. Bij optrekken tot 10 km/u wordt dezelfde
ondersteuning gegeven (afb. 37).
4. De display
33
34
35
37
36
17