Bediening
Rem
OPMERKING
Het remvermogen van de machine is in grote
mate afhankelijk van de toestand van de on-
dergrond. Houd hier rekening mee tijdens het
rijden.
OPMERKING
De bestuurder moet voorzichtig rijden. Wan-
neer er geen gevaar dreigt, moet de bestuur-
der middelmatig remmen om te voorkomen
dat de last beweegt of de aanhangwagen los-
raakt.
Er kan op de volgende manieren worden ge-
remd:
Noodstoprem
●
Automatisch remmen
●
Remmen met energieterugwinning
●
Omkeerrem
●
Noodstoprem
– Druk op de noodstopschakelaar (2); de voe-
ding van de machine wordt onderbroken.
Automatisch remmen
– Als de dissel (1) wordt losgelaten, wordt er
geforceerd geremd.
Als de dissel (1) langzaam wordt losgelaten,
gaat de machine naar het rembereik (B). Als
de dissel naar het rembereik (B) aan de on-
derzijde beweegt, wordt er eveneens gefor-
ceerd geremd.
LET OP
Als de dissel langzaam naar de remstand gaat, moet
de oorzaak worden opgespoord en verholpen.
Vervang indien nodig de gasveer!
Remmen met energieterugwinning
– Laat de rijschakelaar los. De rijschakelaar
keert automatisch terug naar de oorspron-
kelijke stand en de machine gaat naar de
50028011515 NL - 03/2022 - 06
Bediening rijaandrijving
4
53