1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)
waarvan u de curve wilt wijzigen.
2. Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd,
wordt het nummer van de curve gemarkeerd.
3. Druk op OK om de instelmodus te openen.
4. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genum-
merd van 0 tot 15. Hoe hoger het nummer, hoe
steiler de helling en hoe hoger de aanvoertempe-
ratuur. Curve 0 betekent dat
1.9.7) wordt gebruikt.
5. Druk op OK om de instelling te verlaten.
Een curve aflezen:
1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de
as met de buitentemperatuur is gemarkeerd.
2. Drukt u op OK.
3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens
naar links om de waarde af te lezen voor de aan-
voertemperatuur bij de geselecteerde buitentem-
peratuur.
4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende
buitentemperaturen door de selectieknop naar
rechts of links te draaien en de bijbehorende aan-
voertemperatuur af te lezen.
5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen te
verlaten.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling
invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft
om zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertempera-
tuur te laag is, verhoogt u de helling van de
curve met één stap.
Als het buiten koud is en de kamertempera-
tuur te hoog is, verlaagt u de helling van de
curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-
tuur te laag is, verhoogt u de verschuiving van
de curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-
tuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van
de curve met één stap.
32
Hoofdstuk 6 |
Inbedrijfstelling en afstelling
eigen stooklijn
(menu
SMO 40