Communicatie met warmtepomp
Sluit de warmtepomp (EB101) met een afgeschermde
3-aderige kabel aan op de klemmenstroken X4:1 (A),
X4:2 (B) en X4:3 (GND) op de accessoirekaart (AA5),
zoals op de afbeelding.
Als er meerdere warmtepompen op SMO 40 moeten
worden aangesloten, moeten deze in cascade worden
aangesloten, zoals op de afbeelding.
Voorzichtig!
Met accessoires kunnen maximaal 8 warmte-
pompen worden geregeld door SMO 40.
LET OP!
Warmtepompen met een invertergestuurde
compressor kunnen uitsluitend worden gecom-
bineerd met andere invertergestuurde warm-
tepompen van hetzelfde model.
AA5-X4
-X8
8
7
6
5
4
3
2
1
-X4
-X2
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
-X1
-X9
-X10
PE
PE
L
N
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
20
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
F2040
GND
6
AA23-X4
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
F2030
A
B
GND
F2016/F2026
A
B
GND
F2015/F2020/F2025/F2300
AA21-J2
SMO
SMO 40
GND
B
A
5
4
3
2
1
AA5-X4
F2040
GND
6
B
5
A
4
GND
3
B
2
A
1
F2030
X5
F2016/F2026
X5
F2015/F2020/F2025/F2300
A
B
AA21-J2
GND
AA23-X4
A
X5
B
GND
X5
A
B
GND
A
B
GND
SMO 40