Extra functies
a
Houd rekening met de volgende punten:
• De optimale afstand tussen handset en de geluidsbron bedraagt 1 tot 2
meter. De microfoon moet op de geluidsbron zijn gericht.
• Als u deze functie inschakelt, neemt de gebruiksduur van de handset aan-
zienlijk af. Plaats de handset daarom bij voorkeur in de lader.
• De functie Ruimtebewaking (babyfoon) wordt pas 20 seconden na het
inschakelen van de functie actief.
• Controleer na het inschakelen of de functie goed werkt en of de gevoelig-
heid juist is ingesteld.
Ruimtebewaking in-/uitschakelen en configurerenn
¤
v
Ruimtebew.
Met de displaytoets
Ruimtebewaking annuleren
Annuleren tijdens een ruimtebewakingsoproep: op a drukken.
Snelkiezen
U kunt uw toestel zo instellen dat bij het indrukken van een willekeurige toets een
bepaald nummer wordt gekozen. Met deze functie kunnen bijvoorbeeld kinderen die
nog niet in staat zijn, zelfstandig een nummer te kiezen, een bepaald nummer kiezen.
¤
¤
q Snelkiezen
§Menu§
¤
Bestemming: nummer invoeren of wijzigen dat moet worden gekozen
¤
§OK§
In het rustdisplay wordt de geactiveerde functie Snelkiezen weergegeven. Door een
willekeurige toets in te drukken, wordt het opgeslagen nummer gekozen. Druk op de
verbreektoets a om het kiezen af te breken.
Snelkiezen beëindigen
¤
Uit§
Displaytoets
Of:
¤
Toets # lang indrukken.
a
Als u onder toets ; de noodoproep hebt geprogrammeerd, wordt ook bij
geactiveerde snelkiesfunctie het alarmnummer gekozen.
52
¤
§OK§
Uit
schakelt u de functie Ruimtebewaking uit.
¤
¤
q Inschakelen
§OK§
¤
Toets # lang indrukken.
indrukken
¤
§OK§
(³= aan)