Configuratie seriële poorten
De seriële poorten in de MicroEDGE Pro zijn ontworpen om met een standaardstekker met 9 pennen voor seriële poort
te werken. De volgende lijst biedt specificaties voor deze poorten. Raadpleeg de Handleiding voor installatie
en configuratie van Phoenix-software voor meer informatie.
Specificaties seriële isolatie (zie Machine-instellingen > Poorten in Phoenix-software)
Kanaaltype
Informatiecode
Baudsnelheid
Aantal startbits
Aantal stopbits
Woordlengte
Pariteit
Gegevenssynchronisatie
Time-out
Verzendvertraging
Stekker achterpaneel
Seriële poorten 1 en 2
De standaardconfiguratie voor seriële poorten 1 en 2 op het moederbord is RS-232. Deze poorten kunnen niet opnieuw
worden geconfigureerd.
Seriële poorten 3 en 4
Beide seriële poorten op de volgende panelen worden in de configuratie met RS-422-bekabeling geleverd:
•
HyPath en Picopath MCC met 4 assen, hulpprogramma en serieel isolatiepaneel (141222)
•
Picopath MCC met 2 assen, hulpprogramma en serieel isolatiepaneel
(141256)
•
SERCOS II- en SERCOS III-hulpprogramma en serieel isolatiepaneel
(141194)
Om een poort naar een RS-232-configuratie te wijzigen, moet u de jumper
vinden voor de juiste poort en de jumper van de positie RS-422 naar de positie
RS-232 verplaatsen. Deze posities zijn duidelijk gemarkeerd op het paneel.
Configureer de poort voor RS-232-werking voordat u met RS-232-compatibele
apparaten verbindt.
MicroEDGE Pro Gebruikershandleiding 807295 Revisie 1
Optisch geïsoleerde RS-422 of RS-232
ASCII
Door de gebruiker te selecteren tot 115,2K baud
1
1
Door de gebruiker te selecteren 7 of 8 bits
Door de gebruiker te selecteren geen, even of oneven
XON (Control-Q) / XOFF (Ctrl/S)
Door de gebruiker te selecteren in stappen van één seconde
Door de gebruiker te selecteren in stappen van 0,01 seconde
IBM-PC/AT-compatibele 9 pennen D-type vrouwelijk
InstallatIe
RS-422
RS-232
Seriële
poort 3
positie RS-422
RS-422
Seriële
RS-232
RS-232
poort 4
Jumpers in
2-33