Gebruikshandleiding
de te testen drukruimte niet overschrij-
den. Hogere testdrukken moeten met
LESER worden afgestemd. Wanneer de
NL
supplementaire belasting met een Test
Gag wordt uitgevoerd, is de testdruk
afhankelijk van de ingestelde druk en
niet van de nominale druk PN.
2. Stand van de hefboom controleren.
3. Blokkeerschroef verwijderen.
4. Afblaaspunt afschermen.
5. I nstallatie langzaam in gebruik stellen,
de druk langzaam opvoeren, maar niet
tot de openingsdruk.
6. Veiligheidsventielen en koppelingen op
lekkage controleren.
» De installatie is in bedrijf.
8
In bedrijf
8.1 Algemene informatie voor een
installatie in bedrijf
WAARSCHUWING
Tijdens het bedrijf moet de goede werking
van de veiligheidsventielen regelmatig
worden gecontroleerd.
Bij voorgestuurde veiligheidsventielen kan
voor de controle van de openingsdruk de
kleplichter, de hoofdventiellichter of de
testaansluiting (FTC) voor de besturing
worden gebruikt. De testaansluiting moet
altijd toegankelijk zijn (alleen B).
Om de bewegelijkheid te controleren,
moeten veiligheidsventielen worden ge-
licht. Vanaf een werkdruk van 75 % van de
18
|
leser.com
openingsdruk kunnen veiligheidsventielen
worden gelicht. Het onderhoudsinterval
kan worden afgeleid uit de voorschriften
en regelgeving. LESER adviseert jaarlijks
onderhoud bij voorgestuurde veiligheids-
ventielen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen
hefboom- en schroeflichting. Bij hefboom-
lichting moet de hefboom naar boven wor-
den getrokken. Bij schroeflichting moet de
kap worden verdraaid totdat de markering
'open' verschijnt. Na de bewegelijkheids-
controle moet de hefinrichting weer in de
oorspronkelijke stand worden gezet.
Het verschil tussen de werkdruk en de
openingsdruk van het voorgestuurde vei-
ligheidsventiel van serie 810 kan handma-
tig worden ingesteld tussen 3 % en 15 %.
De gebruikelijke instelling af fabriek zonder
bijzondere klantspecificatie ligt tussen 3 %
en 7 %. De blowdowninstelling wordt door
een verzegeling beveiligd.
Bij voorgestuurde veiligheidsventielen met
een testaansluiting kan de controle worden
uitgevoerd tijdens het gebruik. Gebruik
het juiste testmedium. Nadat de besturing
de schakeling heeft uitgevoerd, wordt het
hoofdventiel gelicht. Het medium moet
daarbij veilig worden afgevoerd. Na de
test moet het veiligheidsventiel op lekkage
worden gecontroleerd. De testaansluiting
voor de besturing moet weer met een af-
sluitkap tegen verontreinigingen worden
beschermd (alleen B).
Bij voorgestuurde veiligheidsventielen zon-
der testaansluiting moet de controle wor-
den uitgevoerd op een testbank (alleen B).