Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leser 424 Gebruikshandleiding pagina 14

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikshandleiding
Spanklemmen
zijn bevestigingspunten die de voorkeur
genieten om reactiekrachten op te vangen.
NL
Veiligheidsventielen
maken bevestiging in de installatie moge-
lijk. De exploitant van de installatie moet
het gebruik van spanklemmen vastleggen
om reactiekrachten op te vangen (voor zo-
ver noodzakelijk).
De spanklemmen absorberen de reactie-
krachten.
Voor de aansluitingen van de veiligheids-
ventielen moeten afdichtingen van vol-
doende afmetingen worden gebruikt. Af-
dichtingsmiddelen of delen daarvan mogen
de doorstroomdiameter niet ver-nauwen
en mogen niet kunnen losraken en in de
stromingskamer terechtkomen. De aanslui-
tingen moeten conform de voorschriften
worden uitgevoerd.
Vanwege het grote aantal buisnormen
kan de aansluitbinnendiameter van het
veiligheidsventiel geometrisch van de
binnendiameter van de gekozen buislei-
dingaansluiting afwijken. De inlaatleiding
en uitlaatleiding mogen niet kleiner zijn dan
de doorsneden van het veiligheidsventiel.
De aanvoer- en afblaasleidingen van het
veiligheidsventiel moeten een adequate di-
ameter hebben en zijn aangepast aan de
plaatselijke bedrijfssituatie. De inlaatleiding
en uitlaatleiding mogen niet kleiner zijn dan
de doorsneden van het veiligheidsventiel.
Spoelinrichtingen mogen de doorstroomdi-
ameters niet verminderen.
Bij media die bij afkoeling vast kunnen wor-
den, moeten verwarmingssystemen wor-
den gebruikt. Deze moeten ervoor zorgen
14
|
leser.com
aan
veiligheidsventielen
met
spanklemmen
dat de media de viscositeit die voor het ont-
werp en daardoor voor het bepalen van de
prestaties is gebruikt behouden.
Veiligheidsventielen worden in individuele
gevallen geïsoleerd. Om ontoelaatbare op-
warming van de veer te vermijden, worden
de veerkap en de koelzone (indien aan-
wezig) in de regel niet geïsoleerd. Hierbij
moet bij de montagevoorbereiding reke-
ning worden gehouden.
Er moet rekening worden gehouden met de
hoogst mogelijke tegendruk, het maximaal
mogelijke verlies aan inlaatdruk en tempe-
ratuur. Er moet voor worden gezorgd dat
het medium te allen tijde vrij en op veilige
wijze door de uitlaat kan wegstromen. Bij
horizontale montage moet de toelaatbaar-
heid bij de fabrikant worden nagevraagd.
De uitlaataansluiting moet altijd naar be-
neden zijn gericht. Veiligheidsventielen
mogen niet door afsluiters onwerkzaam
worden gemaakt. De pop action pilot moet
altijd in de atmosfeer kunnen wegstromen.
Bij gevaarlijke media moet een afzonder-
lijke risicobeoordeling plaatsvinden.
Bij de montage van de veiligheidsventielen
moet erop worden gelet dat de pijpleidin-
gen kracht- en momentvrij worden aange-
sloten. Rekening houdend met de plaatse-
lijke bedrijfsomstandigheden moeten de
leidingen zo worden gedimensioneerd en
gelegd dat de statische, dynamische (re-
actiekrachten) en thermische belastingen
veilig kunnen worden opgevangen.
Veiligheidsventielen moeten zo worden
ingebouwd, dat via de aan- en afvoerlei-
dingen geen ontoelaatbaar hoge statische

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave