32
www.aeg.com
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
5. Doseer het wasmiddel en de
wasverzachter.
6. Sluit de wasmiddeldispenserlade
zorgvuldig.
Zorg ervoor dat de klep geen verstopping
veroorzaakt wanneer u de lade sluit.
11.5 Een programma kiezen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende controlelampje gaat
branden.
• Gebruik geen
geleiachtige of
dikvloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de uitgestelde
start niet in.
Het controlelampje van de Start/Pauze -
Départ/Pause-knop knippert.
Het display toont de maximale
aangegeven lading voor het ingestelde
programma (slechts voor een paar
seconden), de standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid, de
wasfaseaanduidingen (indien
beschikbaar) en een indicatieve
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raak je
de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
Om alleen te wassen, dien je
ervoor te zorgen dat alleen
de Wassen - Lavage-
aanduiding aan is die zich
bevindt boven de MODUS -
MODE-knop.
Als een keuze niet mogelijk
is, gaat het controlelampje
niet aan en klinkt er een
geluidssignaal.
11.6 Een programma starten
Raak de Start/Pauze - Départ/Pause
toets aan om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint het indicatielampje
van de werkingsfase te knipperen.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
11.7 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk hier herhaaldelijk op totdat het
display de gewenste uitsteltijd
weergeeft. Het controlelampje
Startuitstel - Départ Différé gaat
branden.
.