7
Inbedrijfstelling
7.6
Persluchtaansluitingen bij persluchtrem vast-/loskoppelen
Gevaar voor letsel door een niet functionerend veiligheidsventiel van de hydraulische
rem
Wordt de functie van het veiligheidsventiel voor de hydraulische noodrem niet gecontroleerd,
kan in een noodgeval de noodremming dienst weigeren. Daardoor kunnen er ernstige
ongelukken ontstaan.
De veiligheidsketting spanningsvrij aan de trekker bevestigen. Een te strak om de
hydraulische slang gewikkelde veiligheidsketting belemmert de functie van de
veiligheidsklep.
Om het drukvat aan het veiligheidsventiel van druk te voorzien, voor het begin van de rit
het rempedaal van de bedrijfsrem eenmaal volledig bedienen.
De veiligheidsketting bezit op één plaats een zwakkere kettingschakel (gewenste breukplaats).
Als de machine onbedoeld wordt losgekoppeld, activeert het veiligheidsventiel een
noodremming en scheurt de veiligheidsketting bij de zwakste kettingschakel af. De
kettingschakel wordt daarbij vernield en moet worden vervangen.
BP000-100 / BP000-099
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü De hydraulische slang (1) is aangesloten op de hydraulische rem,
De veiligheidsketting (2) aan de trekker bevestigen.
Veiligheidsventiel ontgrendelen
De veiligheidsketting (2) strak getrokken houden.
Om het veiligheidsventiel te ontlasten, aan de aanslagpen (3) trekken.
De vergrendelingshendel (4) langzaam door de veerkrachtondersteuning in de
uitgangspositie brengen.
7.6
Persluchtaansluitingen bij persluchtrem vast-/loskoppelen
De machine is met een persluchtinstallatie met twee leidingen uitgerust. De koppelingskoppen
worden voor de verbinding van de voorraadleiding (2) (rode koppelingskop) en remleiding (1)
(gele koppelingskop) van de trekker met de machine vastgekoppeld.
72
WAARSCHUWING
2
1
2
zie
pagina 28.
Originele handleiding 150000948_02_nl
4
3
zie
pagina 71.
MX 370 GL