BEHEER
25
Standaardinstellingen kopieermachine
1 PAPIERFORMAAT
U kunt het papierformaat wijzigen dat op het aanraakscherm wordt weergegeven.
1. Raak "SPECIAL" aan.
Het selectiescherm van de beheerfunctie wordt weergegeven.
2. Raak "MACHINE DEFAULT" aan.
3. Voer de beheerderscode "4200" in met de cijfertoetsen.
* Als de beheerderscode gelijk is aan de geregistreerde code, wordt het instelscherm
voor de standaardinstellingen voor de kopieermachine weergegeven.
* U kunt de viercijferige beheerderscode wijzigen.
4. Zorg ervoor dat het papierformaat voor de lades wordt weergegeven onder "PAPER
SIZE (1ST PAPER SOURCE)" (papierformaat eerste lade; 2ND/3RD/4TH voor de
tweede, derde en vierde lade).
5. Raak "CHANGE" aan.
6. Raak het gewenste papierformaat aan dat in de lade wordt geplaatst.
Het instelscherm voor de standaardinstellingen voor de kopieermachine wordt
weergegeven.
* Herhaal stap 4 voor elke lade waarvoor u het papierformaat wilt wijzigen.
7. Raak "END" aan. Het selectiescherm van de beheerfunctie wordt weergegeven.
8. Raak "BASIC" aan.
Het basisscherm wordt weergegeven.
Beëindigen van de kopieerstandaardinstelling
1. Na het beëindigen van een instelling raakt u de "END"-toets aan voor het
standaardinstellingenscherm. U keert terug naar het scherm voor het selecteren van
de beheersmodus.