De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
Op het display geeft de bovenste tem-
peratuuraanduiding bij normaal ge-
bruik de gemiddelde, werkelijke
temperatuur van de koelzone en de
onderste temperatuuraanduiding de
hoogste temperatuur in de diep-
vrieszone op dat moment aan.
Het kan zeker een paar uur duren voor-
dat de gewenste temperaturen worden
bereikt en constant worden aangege-
ven. Dat hangt van de kamertempera-
tuur en de instelling af.
Is de temperatuur in de diep-
vrieszone vrij lange tijd hoger dan
-18 °C, controleer dan of de diep-
vriesproducten geheel of gedeeltelijk
zijn ontdooid.
Is dat het geval, gebruik deze voe-
dingsmiddelen dan zo snel mogelijk
of kook of braad ze, alvorens ze op-
nieuw in te vriezen!
26
Temperatuur instellen
Verlaag of verhoog de temperatuur
met de beide sensortoetsen en
van de desbetreffende koelzone.
Bij het drukken op de temperatuur-
toetsen ziet u op het display het vol-
gende veranderen:
– Wanneer u voor het eerst erop drukt,
dan knippert de temperatuurwaarde
die u het laatst hebt ingesteld.
– Vanaf de tweede keer dat u erop
drukt, verandert de temperatuurwaar-
de in stappen van 1 °C.
– Als u de toets niet loslaat, verandert
de temperatuurwaarde continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets gedrukt
hebt, verschijnt in de temperatuuraan-
duiding automatisch de temperatuur-
waarde die op dat moment in het des-
betreffende gedeelte heerst.