Ⅱ . Spindelsnelheid wijzigen
Afbeelding a
Nr.
Begrip
1. Snelheidshendel drie snelheden
2. Snelheidshendel twee snelheden
Indicatiering voor hoge en lage
3.
snelheid
Referentiepunt voor de
4.
snelheidshendel drie snelheden
Referentiepunt voor de
5.
snelheidshendel twee snelheden
Ⅲ . Wijzig de spindelsnelheid als volgt:
a. Laat de spindel draaien.
b. Raadpleeg de snelheidstabel en kies een geschikte snelheid.
c. Zet de voedingsschakelaar aan.
Let op tijdens het wijzigen van de snelheid:
a. De spindel moet eerst gestopt worden voordat u de snelheid gaat wijzigen.
b. Druk op de noodstopknop als er zich een noodsituatie voordoet.
c. Wijzig de snelheid pas als de spindel volledig is gestopt.
Hendel voor lage en hoge snelheid.
Geeft de huidige snelheid weer.
Geeft de huidige stand aan van snelheidshendel drie
snelheden
5-24
afbeelding b.
Beschrijving