1.1 Volg de onderstaande algemene veiligheidsvoorschriften op:
(1) Laat alleen gekwalificeerd of ervaren personeel de machine bedienen of het onderhoud
uitvoeren.
(2) Lees de bedieningshandleiding zorgvuldig door en zorg ervoor dat u deze begrijpt
voordat u de machine gaat gebruiken.
(3) Bewaar deze handleiding in de buurt van de machine zodat deze direct beschikbaar is.
(4) Alleen een bevoegd persoon mag de sleutels van de machine bewaren.
(5) Het bedienings- en onderhoudspersoneel moet weten waar de noodschakelaar zich bevindt,
waar deze voor dient en hoe hij werkt.
1.2 Voorzorgsmaatregelen voor het transport en de installatie.
(1) Zorg ervoor dat de vloer stevig genoeg is om de machine te kunnen dragen.
(2) Om veiligheidsredenen mag slechts één persoon de machine tillen en verplaatsen.
(3) Wanneer de machine wordt getild en verplaatst, mag niemand zich onder of in de
nabijheid van de machine bevinden.
(4) Draag een helm wanneer u de machine verplaatst, installeert of reinigt.
(5) Alle hendels die aangedraaid kunnen worden, moeten worden aangedraaid.
(6) Als het bewegende object meer dan 25 kg weegt, gebruik dan de juiste apparatuur om het
object te verplaatsen.
(7) Zorg ervoor dat de draagbanden stevig genoeg zijn om de machine of de onderdelen te
kunnen dragen.
(8) Schakel de machine uit voordat u deze verplaatst of installeert. Als u de machine moet
inschakelen, zorg er dan voor dat andere personen weten waar de noodstop zich bevindt.
(9) Draag handschoenen of een vergelijkbare beschermende uitrusting wanneer u de machine
verplaatst, installeert of reinigt.
HOOFDSTUK 1
Veiligheidsvoorschriften
1-1