50 | Instellingen van de Heatronic
12.3 Beschrijving van de servicefuncties
12.3.1 1e serviceniveau
Servicefunctie 1.A: verwarmingsvermogen
Het is mogelijk om het toestel verwarmingszijdig op de
juiste transmissieberekening in te stellen.
Het verwarmingsvermogen kan in procenten tussen het
minimale nominale warmtevermogen en het maximale
nominale warmtevermogen op het gewenste vermogen
worden ingesteld.
Ook bij een begrensd verwarmingsvermo-
gen staat bij de tapwatervoorziening het
maximale nominale verwarmingsvermogen
ter beschikking.
Basisinstelling is het maximale nominale warmtevermo-
gen tapwater: U0.
B Servicefunctie 1.A kiezen.
B Verwarmingsvermogen in kW en bijbehorende kenge-
tal uit de insteltabellen aflezen (
B Kengetal instellen.
B Meet de gashoeveelheid en vergelijk deze met de ge-
gevens over het weergegeven kengetal. Corrigeer het
kengetal bij afwijkingen.
B Kengetal opslaan.
B Vul het ingestelde verwarmingsvermogen op de mee-
geleverde sticker „Instellingen van de Heatronic" in
(
pagina 48).
B Servicefuncties verlaten.
Het display toont weer de aanvoertemperatuur.
Servicefunctie 1.b: geen functie
Servicefunctie 1.C: pompidentificatieveld
Het pompidentificatieveld geeft aan, hoe de CV-pomp
wordt geregeld. De CV-pomp schakelt daarbij zodanig,
dat het gekozen pompidentificatieveld wordt aangehou-
den.
Een verandering van het identificatieveld is zinvol, wan-
neer een lagere resterende opvoerhoogte voldoende is,
om de benodigde circulatiewaterhoeveelheid te waar-
borgen.
Om zo veel mogelijk energie te besparen
en evt. stromingsgeluiden laag te houden
een lagere karakteristiek kiezen.
6 720 646 900 (2010/11)
Als pompidentificatieveld kan gekozen worden:
• 0 pompkarakteristiek instelbaar, servicefunctie 1.d
• 1 constante druk hoog
• 2 constante druk gemiddeld
• 3 constante druk laag
• 4 proportionele druk hoog
• 5 proportionele druk laag
Basisinstelling is 2
(bar)
pagina 75).
Fig. 72 Constante druk
(bar)
Fig. 73 Proportionele druk
Legenda bij afb. 72 en 73:
1-5
H
V
(
pagina 51 )
0,6
H
1
0,5
2
0,4
0,3
3
0,2
0,1
0
0
200
400
600
0,6
H
0,5
4
0,4
5
0,3
0,2
0,1
0
0
200
400
600
Pompidentificatieveld
Restopvoerhoogte
Circulatiewaterhoeveelheid
NL
800
1000
1200
1400
1600
V
(l/h)
6 720 619 309-17.1O
800
1000
1400
1600
1200
V
(l/h)
6 720 619 309-18.1O
Copyright (optional information)