Configureren van instellingen met het toetsenbord
Instellingen configureren met
het toetsenbord
1.
Zoek m.b.v. de "Toetsenbordinstelling
Referentie" op pagina D-23 de instelling op
die u wilt configureren en maak een notitie
van de klaviertoets.
Voorbeeld: Om de sleutel te veranderen dient u gebruik
te maken van de klaviertoets die aangeduid
wordt als TRANSPOSE
2.
Houd de TEMPO/SETTING toets ingedrukt
en druk op de klaviertoets die correspondeert
aan de instelling die u wilt configureren. In dit
voorbeeld zullen we op de TRANSPOSE
klaviertoets drukken. Houd de TEMPO/
SETTING toets ingedrukt totdat u stap 3 van
deze procedure voltooid heeft.
• De TEMPO/SETTING toetsindicator gaat knipperen
en de huidige instelling van het item dat u aan het
configureren bent, verschijnt op het display.
3.
Verander de instelling d.m.v. de + en –
toetsen.
Voorbeeld: Verlaag de TRANSPOSE (transpositie) met
een halve toon door de aangegeven waarde te
veranderen naar –1.
D-22
4.
Laat de TEMPO/SETTING toets los om de
instelprocedure te voltooien.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets uit.
OPMERKING
• Door de + en – toetsen tegelijkertijd in te drukken
verandert de aangegeven instelling naar de
oorspronkelijke (default) waarde.
Een instelling configureren
d.m.v. de TUNE/OTHERS toets
Door op de TUNE/OTHERS toets te drukken in stap 2
van de bovenstaande procedure wordt heen en weer
geschakeld tussen de twee instellingen die hieronder
worden beschreven.
Een instelling configureren
d.m.v. de MIDI/OTHERS toets
Door op de MIDI/OTHERS toets te drukken in stap 2
van de bovenstaande procedure wordt gecirculeerd
door de twee instellingen die hieronder worden
beschreven.
Toonschaalinstelling
Aftelinstelling
("P" betekent "Pre-count"
(aftellen).)
Instelling van het zendkanaal
("C" betekent "Channel"
(kanaal).)
Instelling voor de lokale sturing
("L" betekent "Local" (lokaal).)