3.
Schakel de toetsenbordsplitsing aan en uit
d.m.v. de + en – toetsen.
Wanneer het display
dit aangeeft:
oFF (uit)
on (aan)
• Door de TEMPO/SETTING toets los te laten
verandert het display naar het nummer van de op dat
moment geselecteerde toon in het lage bereik.
4.
Volg de procedure onder "Selecteren van en
spelen van een toon" op pagina D-7 om de
toon in het lage bereik te selecteren.
Voorbeeld: 11 STRINGS (snaarinstrument)
OPMERKING
• U kunt de plaats van het splitspunt in het toetsenbord
ook specificeren. Zie "Configureren van instellingen met
het toetsenbord" op pagina D-21 voor meer informatie.
• U kunt het toetsenbord zodanig configureren dat het
lagen heeft van twee tonen in het hoge bereik. Om dit te
doen dient u eerst de laagbewerking uit te voeren
(pagina D-10). Breng de splitsing in het toetsenbord
daarna aan zoals hierboven is aangeven.
Gebruiken van effecten
Reverb . . . . Nagalm laat uw noten resoneren.
Chorus . . . Zweving voegt meer ruimtelijkheid toe aan
uw noten.
Acoustic Resonance (akoestische nagalm) . . .
Reproduceert de harmonische resonantie
van een vleugel wanneer het demppedaal
ingetrapt wordt.
DSP . . . . . . DSP verwerkt tonen op digitale wijze om
gedistingeerde effecten te produceren. Elke
toon heeft een vooringesteld default DSP
effect (bijvoorbeeld drawbar organ tone +
rotary speaker (trekorgeltoon + draaiende
luidspreker).
Het betekent dit:
Keyboardsplitsing
uitgeschakeld
Keyboardsplitsing
ingeschakeld
Configureren van de instellingen van de
nagalm- en zwevingeffecten
1.
Houd de TEMPO/SETTING toets ingedrukt
en druk op de REVERB of CHORUS
klaviertoets. Houd de TEMPO/SETTING
toets ingedrukt totdat u stap 2 van deze
procedure voltooid heeft.
• Hierdoor gaat de indicator boven de TEMPO/
SETTING toets knipperen en verschijnt de op dat
moment geselecteerde waarde van de nagalm of de
zweving op het display.
Reverb (nagalm)
Chorus (zweving)
Spelen met verschillende tonen
D-11