7. Inspectie & Onderhoud
De correcte werking van het ventilatiesysteem, het
vermogen en de levensduur kunnen alleen worden
gegarandeerd als het systeem volgens de onderstaande
voorschriften wordt geïnspecteerd en onderhouden. Deze
voorschriften zijn gebaseerd op normale
bedrijfsomstandigheden.
ä
Let op!
Wanneer het ventilatiesysteem functioneert onder
zware bedrijfsomstandigheden of in een extra
vervuilde omgeving kan extra onderhoud noodzakelijk
zijn.
Raadpleeg de handleiding van de ventilatie-unit om de
ventilatie-unit te inspecteren en onderhouden.
7.1. Filterwaarschuwing
De balansventilatie-units met warmteterugwinning (de
HRU's) zijn uitgerust met filters. Deze HRU's detecteren
zelf wanneer de filters moeten worden gereinigd of
vervangen. Op de ventilatie-unit wordt een melding
gegeven:
Op de HMI van de HRU ECO 300 wordt een melding
●
gegeven (WO1 of WO2). (Zie hiervoor de handleiding
van de HRU ECO 300).
Op de HRU ECO 350 gaat een led oranje knipperen.
●
(Zie hiervoor de handleiding van de HRU ECO 350).
Op de regelaar gaat de alarmled rood branden, ook
●
de RF-led brandt.
7.2. Filterwaarschuwing resetten
Nadat de filters zijn gereinigd of vervangen, zal de
filterwaarschuwing nog steeds worden getoond.
De filterwaarschuwing kan op een aantal manieren
worden gereset:
Op de HMI van de HRU ECO 300 (Zie hiervoor de
●
handleiding van de HRU ECO 300).
Op het bedieningspaneel van de HRU ECO 350 (Zie
●
hiervoor de handleiding van de HRU ECO 350).
Op de basis bedieningsschakelaar van het
●
DemandFlow/QualityFlow systeem: Druk gelijktijdig
op de onderste twee knoppen van de
bedieningsschakelaar (Pannetje en Timer)
gedurende 5 seconden.
De meldingen op de ventilatie-unit en op de regelaar zijn
nu verdwenen.
39