6. Inbedrijfstelling (IBS)
De inbedrijfstellingsprocedure bestaat uit 3 fasen:
Fase 1: Autoconfiguratie
In deze fase onderzoekt de regelaar welke apparaten
aanwezig zijn en configureert hij zich. De draadloze
bedieningsschakelaars moeten worden aangemeld.
Fase 2: Weerstandsbepaling
In deze fase wordt de weerstand van de kanalen bepaald
en worden de kleppen getest.
Fase 3: Instellen capaciteiten volgens
normen Bouwbesluit
In deze fase worden de capaciteiten van het systeem
ingesteld volgens de normen van het Bouwbesluit.
Eind IBS: Opstart naar Normaal bedrijf
De regeling is nu in Normaal bedrijf. Hij meet
automatisch de CO
-concentraties van alle ruimten en
2
stemt het ventilatiedebiet daar op af.
30
6.1. Voorbereiding
Voorafgaand aan het inbedrijfstellen
Moet het kanalenwerk gemonteerd zijn.
●
Voor de HRU ECO 300 moet een klep in het
●
toevoerkanaal zijn gemonteerd.
Moeten alle kanalen luchtdicht zijn aangesloten op
●
het plenum.
Moeten alle ongebruikte aansluitingen op het
●
plenum luchtdicht zijn afgesloten door middel van
een blindplaat type DF-B.
Er dienen flexibele geluidsdempers (type FGD) van
●
minimaal 50 cm onder het plenum te worden
gemonteerd.
Er dient een flexibele geluidsdemper (type FGD)
●
geplaatst te worden tussen de ventilatie unit en het
plenum (QualityFlow).
Er dienen alleen DF-QF afvoerroosters te worden
●
gebruikt.
De filters van de HRU's dienen schoon te zijn.
●
De condensafvoer van de HRU dient correct te zijn
●
gemonteerd en gevuld te zijn met water.
Moet er voldoende doorstroomruimte onder de
●
binnendeuren aanwezig zijn.
Moeten de buiten- en binnendeuren en de ramen
●
gesloten zijn.
Moeten de raam- en/of gevelroosters geheel
●
geopend zijn (alleen DemandFlow).
Moeten de ventilatie-unit en toebehoren gemonteerd
●
zijn (zie hiervoor de handleiding die is meegeleverd
met de ventilatie-unit).
Moet op de ventilatie-unit de laagstand volledig terug
●
zijn gezet naar het minimum toerental*.
Moet op de ventilatie-unit de hoogstand volledig open
●
zijn gezet naar het maximum toerental*.
* Afhankelijk van de ventilatie-unit gebeurt dit met potmeters (de
CVE-S ECO en de HRU ECO 350) of op de HMI op het toestel
(HRU ECO 300 ).