Het apparaat op warmtebron,
drinkwaterleidingen en verwarmingscircuit
aansluiten
1.
Monteer afsluiters aan de aansluitingen van het
warmtebron- en verwarmingscircuit.
2.
Breng op het hoogste punt van de warmtebron en
het verwarmingscircuit een ontluchter aan.
3.
Aanbeveling: monteer aan de ingang van de
warmtebron een vuilfilter met zeefgrootte 0,9 mm.
4.
Sluit het warmdrinkwaterbuffervat in overeen-
stemming met de lokale voorschriften aan.
5.
Aanbeveling: Monteer een expansievat met door-
stroomarmatuur, om drukschommelingen en wa-
terslagen te compenseren en onnodig waterver-
lies te voorkomen.
6.
Zorg ervoor dat de bedrijfsoverdruk ( "Techni-
sche gegevens / leveringsomvang", pagina 24)
in acht wordt genomen. Monteer indien nodig een
drukregelaar.
6.4 Elektrische aansluitingen tot
stand brengen
LET OP
Vernieling van de compressor door een verkeerd
draaiveld!
► Verzeker u ervan dat voor de voedingsstroom een
rechts draaiveld beschikbaar is.
Fundamentele informatie over de elektrische
aansluiting
AANWIJZING
Zorg ervoor dat het apparaat te allen tijde met
stroom wordt gevoed. Na werkzaamheden
binnen in het apparaat en na het aanbrengen
van de apparaatpanelen moet de elektrische
voeding direct weer worden ingeschakeld.
●
Voor elektrische aansluitingen gelden eventueel
voorschriften van het lokale energiebedrijf
●
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een vermogensschakelaar vol-
gens IEC 60947-2 die op alle polen is aangeslo-
ten en een afstand van ten minste 3 mm tussen
de contacten heeft
●
Let op de waarde van de uitschakelstroom
( "Technische gegevens / leveringsomvang",
pagina 24)
Technische wijzigingen voorbehouden | 83072000bNL | ait-deutschland GmbH
●
Neem de voorschriften voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) in acht
●
Leg
niet-afgeschermde
en afgeschermde leidingen (buskabels) op vol-
doende afstand (> 100 mm)
●
Maximale kabellengte: 30 m.
De LIN-buskabel moet een afgeschermde kabel
van minimaal 4 x 0,5 mm² zijn
Kabels en leidingen naar binnen trekken en
verbindingen tot stand brengen
1.
Alle kabels naar externe verbruikers moeten wor-
den gestript, voor ze in de kabelgoot van de scha-
kelkast worden gelegd.
2.
De elektrische schakelkast openen:
2.1. Draai de 2 schroeven aan de bovenzijde van de
afdekplaat van de elektrische schakelkast los.
2.2. Neem de afdekplaat weg.
3.
De regel-/sensorleidingen en voedingsleiding van
het apparaat installeren en aansluiten:
3.1. Breng de leidingen uitsluitend via de loze leidin-
gen (①) en (②) van achteren in het apparaat.
elektriciteitsleidingen
15