6
Sluit de COMPUTER/COMPONENT
1-aansluiting van projector 1 met
de RGB-kabel aan op de aansluiting
voor de RGB-uitgang op de com-
puter.
(Zie bladzijde 24 van de gebruiksaanwijzing
van de projector.)
7
Sluit de MONITOR OUT (FOR COM-
PUTER/COMPONENT1, 2)-aansluiting
van projector 1 met een RGB-kabel
aan op de COMPUTER/COMPO-
NENT1-aansluiting van projector 2.
(Zie bladzijde 27 van de gebruiksaanwijzing
van de projector.)
Opmerking
∑ Om een RGB-kabel aan te sluiten op pro-
jector 2, moet u de ingang met hetzelfde
cijfer als projector 1 selecteren. (In dit
geval COMPUTER/COMPONENT1-
aansluiting.)
Toepassing
Raadpleeg het onderstaande voorbeeld als u met meer ingangsbronnen werkt.
COMPUTER/COMPONENT2-aansluiting
COMPUTER/COMPONENT1-aansluiting
Projector 1:
Master
MONITOR OUT (FOR COMPUTER/
COMPONENT1, 2)-aansluiting
COMPUTER/COMPONENT1-aansluiting
Projector 2:
Slave
RGB-
kabel
Composite video kabel
8
Sluit de LAN-aansluiting van pro-
jector 1 aan op de LAN-aansluiting
van projector 2. Gebruik daarvoor
een
LAN-kabel
Cetegorie 5, kruiskabel).
9
Schakel eerst de projectoren in en
schakel vervolgens de computer in.
RGB-kabel
LAN-aansluiting
VIDEO-aansluiting
LAN kabel
(kruiskabel)
5BNC naar 15-pins
mini D-sub-kabel
LAN-aansluiting
VIDEO-aansluiting
Verdeler
Stapelprojectie
(UTP-kabel,
Projector 1
Master
Input instellen
COMPUTER1
COMPUTER2
DVI
HDMI
Computer
VIDEO
S-VIDEO
Projector 2
Slave
Input instellen
COMPUTER1
COMPUTER2
DVI
Computer
HDMI
VIDEO
S-VIDEO
Videoapparatuur
ON
ON
OFF
OFF
ON
OFF
ON
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
-43