Functies van de tuner
Voorkeurzendergeheugen
Vastleggen van zenders in het geheugen.
1
Kies de golfband
Druk op de [FM] of [AM] toets.
2
Kies de in het geheugen vast te leggen
frequentie
Druk op de [4] of [¢] toets.
3
Kies het sleutelfunctiegedeelte
Druk op de [NEXT] toets.
Druk herhaaldelijk op de toets tot "[1]" — "[6]"
verschijnen boven de toetsen [1] — [6].
Zie 'Opmerkingen over het multifunctioneel
sleutelsysteem' (blz. 10).
4
Leg de frequentie vast in het geheugen
Druk ten minste 2 seconden op de gewenste
[1] — [6] toets.
Het voorkeurnummer knippert 1 keer op de
display. Er kan onder elk van de [1] — [6] toetsen
1 zender van elke golfband in het geheugen
worden vastgelegd.
Automatisch vastleggen van
zenders in het geheugen
Automatisch vastleggen van zenders die goed
ontvangen worden.
1
Kies de golfband waarvan de zenders
automatisch moeten worden vastgelegd
Druk op de [FM] of [AM] toets.
2
Activeer de menufunctie
Houd de [MENU] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt.
"MENU" wordt getoond.
3
Kies de functie voor het automatisch
vastleggen van zenders
Druk op de [FM] of [AM] toets.
Kies de "Auto Memory" display.
4
Activeer het automatisch vastleggen van
zenders
Houd de [4] of [¢] toets tenminste 2
seconden ingedrukt.
Wanneer er 6 zenders die goed ontvangen worden
in het geheugen zijn opgeslagen, wordt de functie
voor het automatisch vastleggen afgesloten.
• Wanneer de 'AF (Alternative Frequency)' (blz. 51)
is ingeschakeld, worden alleen RDS-zenders in het
geheugen opgeslagen.
• Wanneer het automatisch vastleggen van zenders
34
|
Nederlands
wordt uitgevoerd met de golfband FM2, worden de
RDS-zenders die als voorkeurzenders van de golfband
FM1 zijn vastgelegd, niet in het geheugen vastgelegd.
En wanneer het vastleggen wordt uitgevoerd met
FM3, worden de RDS-zenders die als voorkeurzenders
van de golfbanden FM1 en FM2 zijn vastgelegd, niet
in het geheugen vastgelegd.
Afstemmen op voorkeurzenders
Oproepen van in het geheugen opgeslagen
zenders.
1
Kies de golfband
Druk op de [FM] of [AM] toets.
2
Kies het sleutelfunctiegedeelte
Druk op de [NEXT] toets.
Druk herhaaldelijk op de toets tot "[1]" — "[6]"
verschijnen boven de toetsen [1] — [6].
Zie 'Opmerkingen over het multifunctioneel
sleutelsysteem' (blz. 10).
3
Roep de zender op
Druk op de gewenste [1] — [6] toets.
Functie van de afstandsbediening
SNPP (Station Name Preset Play)
Tonen van de programmaservicenaam en kiezen
van de zender.
1
Activeer de SNPP-functie
Druk op de [DNPP] toets van de
afstandsbediening.
Wanneer "SNPP" wordt getoond, toont de
programmaservicenaam achtereenvolgens de
golfbanden FM1, FM2, FM3 en AM.
• Van zenders die geen programmaservicenaam
hebben worden de frequenties getoond.
Veranderen van de getoonde volgorde
Druk op de [4] of [¢] toets.
Veranderen van de getoonde golfband
Druk op de [FM] of [AM] toets.
2
Wanneer de gewenste zender wordt getoond
Druk op de [OK] toets van de
afstandsbediening.
De zender waarvan de programmaservicenaam
wordt getoond, wordt ontvangen.
Annuleren van de SNPP-functie
Druk op de [DNPP] toets van de
afstandsbediening.