10.4 Instelling van de weegschaal met de stoel
In de toestand bij levering is de weegschaal zodanig ingesteld, dat bij de plaatsing op
een effen oppervlak het luchtbelwaterpas zich in de voorgeschreven kring bevindt.
Ter controle weegschaal op een effen oppervlak zetten.
Controleren, of de luchtbel in het luchtbelwaterpas zich in de voorge-
schreven kring bevindt.
Indien de luchtbel in het luchtbelwaterpas zich niet in de voorgeschre-
ven kring bevindt, moet de wielhoogte verzet worden, zie hoofdstuk
9.4.1.
Nivellering regelmatig controleren.
10.4.1 Waterpas maken
•
Voor de waterpassing moet de wielhoogte verzet worden.
•
De waterpassing mag uitsluitend door een geschoolde kracht met ge-
fundeerde kennis van de omgang met weegschalen doorgevoerd
worden.
Weegschaal op een effen oppervlak zetten.
Rem vastzetten.
24
MCB_MPT-BA-nl-1619