7 Ingebruikname
Totaal
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
verwar-
mings-
vermo-
≤ 20 l/kW
gen
kW
°dH
mol/m³
< 50
< 16,8
< 3
> 50 tot
11,2
2
≤ 200
> 200 tot
8,4
1,5
≤ 600
> 600
0,11
0,02
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶
Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Als u de hierboven genoemde additieven gebruikt hebt,
informeer dan de gebruiker over de nodige maatregelen.
▶
Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.
16
> 20 l/kW
> 50 l/kW
≤ 50 l/kW
°dH
mol/m³
°dH
mol/m³
11,2
2
0,11
0,02
8,4
1,5
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
0,11
0,02
7.4
Te lage waterdruk vermijden
1)
Voor een foutloze werking van de CV-installatie moet de
wijzer in het middelste gedeelte van de balkindicatie op het
display (gemarkeerd door de gestippelde grenswaarden)
staan. Dit komt overeen met een vuldruk tussen 0,1 MPa en
0,2 MPa (1,0 bar en 2,0 bar).
Als de CV-installatie zich over meerdere verdiepingen uit-
strekt, dan kunnen hogere waarden voor de vuldruk vereist
zijn om lucht in de CV-installatie te vermijden.
Het product signaleert bij het onderschrijden van 0,08 kPa
(0,8 bar) vuldruk het druktekort met een knipperende
drukwaarde op het display. Als de vuldruk een waarde van
0,05 MPa (0,5 bar) onderschrijdt, dan schakelt het product
uit. Het display toont F.22.
▶
Vul CV-water bij om het product opnieuw in gebruik te
nemen.
Het display geeft de drukwaarde knipperend weer tot een
druk van 0,11 MPa (1,1 bar) of hoger bereikt is.
7.5
CV-installatie vullen
1.
Spoel de CV-installatie.
2.
Draai de dop van de snelontluchter (1) met een tot twee
draaien los en laat deze geopend, omdat ook tijdens
het continubedrijf het product automatisch via de snel-
ontluchter ontlucht wordt.
3.
Kies het controleprogramma P.06.
◁
De driewegklep beweegt zich in de middelste stand,
de pompen lopen niet en het product treedt niet in
werking.
4.
Neem de aanwijzingen bij het onderwerp CV-water
voorbereiden in acht. (→ Pagina 15)
5.
Verbind vul- en aftapkraan van de CV-installatie vol-
gens de normen met een CV-watertoevoer, indien mo-
gelijk met de koudwaterkraan.
6.
Open de CV-wateraanvoer.
7.
Open alle radiatorkranen (thermostaatkranen) van de
CV-installatie.
8.
Controleer evt. of beide onderhoudskranen aan het
product geopend zijn.
9.
Open langzaam de vul- en aftapkraan zodat het water
in het verwarmingssysteem stroomt.
10. Ontlucht de laagst gelegen radiator tot het water aan
het ontluchtingsventiel er zonder bellen uitkomt.
11. Ontlucht alle andere radiatoren tot het CV-systeem
compleet met water gevuld is.
12. Sluit alle ontluchtingsventielen.
13. Houd de stijgende vuldruk in de CV-installatie in het
oog.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC pro 0020208991_00
1