5 Installatie
Opgelet!
Risico op materiële schade door gasdicht-
heidscontrole!
Gasdichtheidscontroles kunnen bij een test-
druk >11 kPa (110 mbar) tot schade aan het
gasblok leiden.
▶
Als u bij gasdichtheidscontroles ook de
gasleidingen en het gasblok in het product
onder druk zet, gebruik dan een max.
testdruk van 11 kPa (110 mbar).
▶
Als u de testdruk niet tot 11 kPa (110
mbar) kunt begrenzen, sluit dan voor de
gasdichtheidscontrole een voor het pro-
duct geïnstalleerde gasafsluitkraan.
▶
Als u bij gasdichtheidscontroles een voor
het product geïnstalleerde gasafsluitkraan
gesloten hebt, ontspan dan de gasleiding-
druk voor u deze gasafsluitkraan opent.
Opgelet!
Risico op materiële schade door corrosie!
Niet diffusiedichte kunststof buizen in de CV-
installatie veroorzaken lucht in het verwar-
mingswater en corrosie in het warmtebroncir-
cuit en de warmteopwekker.
▶
Voer bij het gebruik van niet diffusiedichte
kunststof buizen in de CV-installatie een
systeemscheiding uit door een externe
warmtewisselaar tussen warmteopwekker
en CV-installatie in te bouwen.
Opgelet!
Kans op materiële schade door warmte-
overdracht bij het solderen!
▶
Als de aansluitstukken aan de onder-
houdskranen geschroefd zijn, soldeer dan
niet aan de aansluitstukken.
5.1
Installatievoorwaarden
5.1.1
Nodige voorbereidende werkzaamheden
1.
Installeer een afsluitkraan in de gasleiding.
2.
Zorg ervoor dat de aanwezige gasmeter geschikt is
voor het vereiste gasdebiet.
3.
Controleer of de inhoud van het expansievat voldoende
is voor het installatievolume.
Voorwaarden: Het volume van het gemonteerde expansievat is niet vol-
doende
▶
Installeer een aanvullend expansievat in de CV-retourlei-
ding zo dicht mogelijk bij het product.
Voorwaarden: Extern expansievat gemonteerd
▶
Monteer in de productuitloop (aanvoer verwarming) een
terugslagklep of stel het interne expansievat buiten be-
drijf om een extra activering van de warmstartfunctie
door terugstroming te verhinderen.
10
4.
Monteer een afvoertrechter met sifon voor de condens-
afvoer en de afblaasbuis van de veiligheidsklep. Plaats
de afvoerleiding zo kort mogelijk en met verval van de
afvoertrechter weg.
5.
Isoleer vrijliggende, aan omgevingsinvloeden blootge-
stelde buizen ter bescherming tegen vorst met geschikt
isolatiemateriaal.
Voorwaarden: Geldt voor: product met geïntegreerde warmwaterbereiding
▶
Als u een extern expansievat inbouwt, bouw dan in de
productuitloop (aanvoer verwarming) een terugslagklep
in of stel het interne expansievat buiten bedrijf. Anders
kan door terugstroming een toegenomen activering van
de warmstartfunctie ontstaan, wat onnodige energiever-
liezen betekent.
5.2
Gasaansluiting installeren
1
1.
Monteer de gasleiding volgens de erkende regels van
de techniek.
2.
Sluit het product volgens de erkende regels van de
techniek aan de gasleiding aan. Gebruik hiervoor de
meegeleverde dubbele klemkoppeling (1) alsook een
goedgekeurde gaskraan.
3.
Verwijder resten uit de gasleiding door de gasleiding
vooraf uit te blazen.
4.
Ontlucht de gasleiding voor de ingebruikname.
5.
Controleer de gasleiding op dichtheid.
5.3
Koud- en warmwateraansluiting installeren
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
1
▶
Sluit de wateraansluitingen (1) volgens de normen aan.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC pro 0020208991_00