Song Album
Met deze functie kunt u een nummer oefenen met een vooraf ingestelde
stijl, tempo en geluid. Raadpleeg de albumlijst voor meer informatie.
1.
Druk tegelijkertijd op de knoppen [STYLE] en [SONG] om deze
functie in te schakelen. LCD toont de huidige albumnaam en het
huidige nummer.
2.
Gebruik de datadraaiknop of de [<] / [>] knoppen om een gewenst
album te selecteren. Hierdoor worden songparameters zoals stijl,
tempo en geluid opnieuw ingesteld voor de beste prestaties.
3.
Druk op de toets [SOUND] of [STYLE] om deze functie uit te schakelen.
Het afspelen van nummers
1.
Druk op de [SONG] knop om naar de Song modus te gaan.
LCD toont de huidige song naam en nummer.
2.
Gebruik de datadraaiknop of de [<] / [>] knoppen om een song
te selecteren. Of gebruik de numerieke knoppen om een
songnummer in te voeren.
3.
Druk op de toets [START/STOP] om de weergave van het liedje te starten.
4.
Druk tijdens het afspelen van een song op de [START/STOP] knop
om te stoppen. Wanneer het afspelen is gestopt, drukt u op de
[STYLE] / [RECORD] knoppen om deze modus te verlaten.
Let op:
Standaard worden alle nummers in een lus afgespeeld. U kunt de
afspeelmodus wijzigen in het functiemenu.
Song Controle
Voordat de Intro-sectie begint, begint de maat te tellen vanaf een
negatieve waarde. Wanneer de maat op "1" komt, begint de melodie te
spelen. U kunt deze knoppen gebruiken om het afspelen te regelen:
Druk op detoets[
] om het huidige liedje in een
ononderbrokenlusspelen.op de toets [
continue lus af te spelen.
Druk op de toets
] om het nummer terug te
spoelen. Druk op de toets
vooruit te spoelen.
Druk op de toets [
] om het liedje te pauzeren. Druk nogmaals op deze toets om
het afspelen voortzetten.
Nummer Volume
U kunt het volume van de songweergave in het mixer-menu aanpassen.
Druk op de knop [MIXER] om het mixer-menu te openen. Gebruik de
] om alle liedjes in een
] om het nummer
snel
17