INHOUDSOPGAVE Omschrijving paneel Pedaal functie Voozijde Functiemenu Achterzijde Tune LCd scherm Split Point Voorbereiding Beat Type (Maatsoort) Bladmuziekhouder plaatsen Pedal Type Netstroomadapter EQ type Aansluitingen Reverb type Een hoofdtelefoon aansluiten Reverb level Audio-apparatuur aansluiten Chorus type Een MP3/CD-speler aansluiten Chorus level Een PC of MIDI-apparatuur aansluiten Harmony type Een pedaal aansluiten...
OMSCHRIJVING PANEEL Voorzijde 1 . [POWER] 20 . [SHIFT] Schakel de stroom in, of uit Voor de tweede functie van 51 . Phones 2 . [VOLUME] andere knoppen Sluit een hoofdtelefoon aan Pas het Master Volume aan 21 . [PIANO] Wanneer [SHIFT] is ingedrukt 11 .
Pagina 5
OMSCHRIJVING PANEEL 23 . [VOICE] 40 . [STORE] 34 . [LESSON] Schakel naar Voice-modus Sla paneelinstellingen op Selecteer of verlaat de les- 24 . [STYLE] 41~46 [M1]~[M6] methode Schakel naar Style-modus Roep de paneelinstellingen op 35 . LEFT HAND 25 . DATA WIEL 47 .
VOORBEREIDING Gebruik altijd de juiste adapter, deze word standaard meegeleverd. Opmerking 1. Gebruik nooit een ander type adapter dan is aangegeven. Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken. 2. Koppel voor uw veiligheid de stroom los wanneer de piano dat niet word gebruikt, of tijdens een onweersbui.
AANSLUITINGEN Een hoofdtelefoon aansluiten Een hoofdtelefoon kan worden aangesloten voor het oefenen, of het spelen in de avonduren. PHONES 1: wanneer er een hoofdtelefoon op PHONEs 1 is aangesloten, zorgt dit ervoor dat het geluid is te horen via de hoofdtelefoon en de luidsprekers van het instrument.
AANSLUITINGEN Een sustainpedaal aansluiten Om een natuurlijk sustain-effect te bereiken gebruikt u een sustainpedaal tijden het spel. Sluit een sustainpedaal op de aansluiting op het achter paneel. U kunt tevens andere functies bedienen, raadpleeg het functiemenu voor details. Opmerking 1 . Het instrument werkt met sustainpedalen van alle merken.
SNELSTART Aan/uit-schakelaar en master volume Aan/uit-schakelaar 1 . Zorg ervoor dat de adapter op de juiste manier is aangesloten 2 . Druk op de [POWER] knop om het instrument aan te zetten. Het LCD-scherm licht op en toont “Loading!”, dit geeft aan dat het instrument is ingeschakeld.
SNELSTART Spelen met de begeleiding/Styles Het instrument beschikt over 230 Styles in verschillende genres, daarnaast zijn er 10 user-styles beschikbaar. Selecteer de verschillende Styles en probeer te spelen met de automatische begeleiding. Raadpleeg de Style List voor meer details. 1 . Druk op de [STYLE] knop om de Style-modus te selecteren.
GEVORDERD GEBRUIK Voices/Klanken bespelen Dit instrument beschikt over 600 preset-voices (Raadpleeg de Voice List voor meer informatie). Om een betere ervaring te bieden levert het instrument enkele nuttige effecten die gebruikt kunnen worden tijden het spelen. 1 . Druk op de [VOICE] knop of een van de VOICE DIRECT knoppen om de voice-modus te selecteren.
GEVORDERD GEBRUIK 4 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk daarna op de [LOWER] knop om de LOWER-functie af te sluiten. Splitpunt De toets op het klavier dat Voice L van Voice R1/R2 scheidt word het splitpunt genoemd. Het splitpunt is standaard ingesteld op F#3 (34), maar kan naar wens worden ingesteld.
GEVORDERD GEBRUIK Transpose De Tranpose-functie maakt het mogelijk het gehele instrument in stappen van een halve noot naar boven of beneden te transponeren, binnen het bereik van één octaaf omhoog of omlaag. 1 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk daarna op de [TRANPOSE] knop om de transpose-instellingen aan te passen.
TWINOVA In de TWINOVA-modus is het klavier verdeeld in een linker rechterdeel welke in beide delen exact dezelfde klank/voice en pitch heeft. Dit kan handig zijn in een lessituatie. 1 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk vervolgens op de [TWINOVA] knop om de TWINOVA-functie te selecteren.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING De automatische begeleiding plaats een volledige achtergrondband binnen handbereik. Het enige dat je hoeft te doen is de akkoorden spelen met de linkerhand, de automatische begeleiding van de gekozen Style zal de gespeelde akkoorden automatisch volgen. De automatische begeleiding gebruiken (alleen ritme) 1 .
AUTOMATISCHE BEGELEIDING 3 . FILL-In sectie De FILL-IN sectie voegt automatisch een FILL-In toe aan uw spel. Wanneer de FILL-IN is voltooid schakelt het systeem automatisch terug naar de MAIN sectie. 4 . ENDING sectie ENDING word gebruiukt voor het einde van een Song.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING Vingerzetting Hoe de akkoorden van de linkerhand worden gespeeld, in de automatische begeleiding, word vingerzetting genoemd. Er zijn twee verschillende soorten vingerzettingen zoals hieronder beschreven. De basis van akkoorden Een akkoord, in muziek, is een harmonische stapeling van drie of meer noten welke tegelijkertijd worden gespeeld.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING Tempo Elke Style van het instrument is ingesteld met een standaardtempo, dit tempo kan uiteraard naar wens worden aangepast. Met de [TEMPO +/-} knoppen. 1 . Gebruik de [TEMPO +]/[TEMPO -] knoppen om het tempo aan te passen. Wanneer het tempo knippert kan ook het data wiel worden gebruikt.
AUTOMATISCHE BEGELEIDING 1 . Druk op de [O.T.S.] knop om de One Touch Setting in te schakelen. Het pictogram “O.T.S.” zal oplichten. 2 . Druk op een van de [M1]/[M4] knoppen, verschillende instellingen (Voice, Effect etc.) worden opgeroepen met een druk op de knop. Ine Touch Setting parameter lijst: Part ON/OFF Voice Change...
HARMONY De Haromiefunctie voegt automatisch een harmonie toe aan de gespeelde noten die in de rechterhand worden gespeeld. Harmony inschakelen 1 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [HARMONY] knop om de functie te selecteren. Het LCD- scherm toont “Duet”.
PERFORMANCE ASSISTANT 5 . Gebruik in de Performance Assistant modus, de [TEMPO +]/[TEMPO -] knoppen om het tempo aan te passen. Gitaarmodus Gitaar-indeling The gitaarmodus laat je een gitaarklank bespelen met het klavier, alsof je een echte gitaar bespeelt. In deze modus kunnen speelstijlen als: strum (5), broken chord (5), echoism (5) en ook nog twee outtro’s gespeeld worden.
PERFORMANCE ASSISTANT Beëindig de Gitaar Performance Druk op de A6 of B6 om de gitaaruitvoering te stoppen. Wanneer het einde is ingezet zal het patroon automatisch stoppen. Speel de bijgeluiden Speel de zwarte toetsen in Sub Area 1, Sub Area 2 en Rhythm Area om verschillende bijgeluiden als fretnoise en slides te spelen.
De DSP simuleert geluiden in een echte omgeving. Met het DSP effect kun je ruimte en diepte op verschillende manieren toevoegen aan je spel, zodat het lijkt of je speelt in een concertzaal, of andere ruimte. Het DSP-effect staat standaard aan wanneer het keyboard word ingeschakeld.
FUNCTIEMENU Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [FUNCTION +/-] knop om het functie menu te selecteren. Het LCD scherm toont de huidige optie. Gebruik de [+/YES]/[-/NO] knoppen of het data wiel om de parameter aan te passen. De instellingen en bereik van het Functiemenu;...
FUNCTIEMENU 2 . Druk tegelijkertijd op de [+/YES] en [-/NO] knoppen om het splitpunt terug te zetten naar de originele waarde: F#3 (34). 3 . In de TWINOVA-functie is ligt het aan te passen splitpunt tussen C3-C6 (28-64). Druk tegelijkertijd op de [+/YES] en [-/NO] knoppen om het splitpunt terug te zetten naar de originele waarde: E3 (32).
FUNCTIEMENU Reverb Type 1 . Hou de [SHIFT] knop ingedrukt en druk daarna herhaaldelijk op de [FUNCTION +/-] knop om het Reverb Type menu te selecteren. Op het LCD-scherm word “001 Rev Hall 1”weergegeven. Gebruik het datawiel of de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het type te selecteren. 2 .
FUNCTIEMENU Chorus Volume 1 . Houd de ]SHIFT] knop ingedrukt en druk op de {FUNCTION +/-] knop om het Chorus Level menu te selecteren. Het LCD-scherm toont “Chr Lev”. Gebruik het datawiel of de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het volume aan te passen binnen het bereik van 0-127. 2 .
FUNCTIEMENU MIDI IN 1 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [FUNCTION +/-] knop om het MIDI In menu te selecteren. Het LCD-scherm toont “*** Midi In”. Gebruik het datawiel of de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het MIDi kanaal aan te passen: 1~16, ALL.
REGISTRATIEGEHEUGEN Het registratiegeheugen kan de uitvoering makkelijker maken. Het zorgt ervoor dat alle paneelinstellingen kunnen worden opgeslagen in een Memory Setting, zodat deze met een druk op de knop zijn op te roepen. Paneelinstellingen opslaan 1 . Er zijn 8 registratiebanken beschikbaar, elke bank voorziet in 6 registratiegeheugens [M1-M6].
OPNEMEN Met de gemakkelijk te gebruiken opnamefunctie kunnen de gespeelde uitvoering worden opgenomen in een user- song. Elke user-song kan worden opgenomen met 6 losse sporen (1 ACCOMP spoor, 5 MELODY sporen). De opname starten Voor het begin van een opname dient een user-song te worden geselecteerd waarin de opname word opgeslagen.
OPNEMEN De opname stoppen 1 . Houd tijdens de opname de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [RECORD] knop om het opnemen te stoppen. 2 . Wanneer de opname bezig is en het geheugen vol raakt word de opname automatisch gestopt en opgeslagen.
SONG Het instrument biedt in totaal 120 songs, elke songs kan worden gebruikt in de lesmethode. Naar de Songs luisteren 1 . Druk op de [SONG] knop om de songmodus te selecteren. Het LCD-scherm toont het “SONG”- pictogram en alle songs worden in een loop afgespeeld.
LESMETHODE Les 1 1 . Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [LESSON] knop om de lesmethode te selecteren. Het pictogram van les 1 gaat branden in het LCD-scherm. In les 1 beoordeelt het systeem alleen de timing van het spel, niet de toonhoogte of akkoord.
AKKOORDENBOEK Wanneer je de naam van akkoord weet, maar niet weet hoe het gespeeld word, kun je het akkoordenboek gebruiken. In deze functie kunnen akkoorden worden geoefend en beoordeeld. DICT 1 (Akkoorden leren) Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [DICT.] knop om de DICT 1-modus te selecteren.
EEN USB APPARAAT AANSLUITEN Op het instrument kunnen USB flash geheugensticks van 16 MB t/m 32 GB worden aangesloten in FAT16 of FAT32-formaat. Er kunnen geen schijfdelingen worden gebruikt. We raden aan de geheugenstick op het instrument te formateren voor gebruik. Pas geen backup- bestanden aan welke op de stick worden weggeschreven.
EEN USB APPARAAT AANSLUITEN Load Song 1 . Selecteer het menu “LoadSong” en druk op de [+/YES] knop. Het LCD scherm toont alle MIDI-bestanden (*.mid) in de map “SONG”. Selecteer een bestand met het datawiel. 2 . Druk op de [+/YES] knop en gebruik datawiel om een user-song te kiezen.
EEN USB APPARAAT AANSLUITEN Format Druk op de [USB] knop om USB Storage modus te selecteren, gebruik het datawiel om “Format” te kiezen. Druk op de [+/YES] knop om het USB apparaat te formatteren, het LCD-scherm toont “Sure?”. Druk op de [+/YES] knop om te bevestigen, druk op [-/NO] om te annuleren.
EEN USB APPARAAT AANSLUITEN Met het gebruik van de MIDI-functie kunnen de muzikale mogelijkheden worden uitgebreid. Dit hoofdstuk legt uit wat MIDI inhoudt, wat het kan doen en hoe je het kunt gebruiken. Wat is MIDI? 1 . MIDI (Musical Instrument Digital Interface) zorgt ervoor dat verschillende instrumenten, randapparatuur en computers kunnen worden verbonden en communiceren.
FABRIEKSINSTELLINGEN Fabrieksinstellingen herstellen Houd de knoppen [+/YES] en [-/NO] tegelijkertijd ingedrukt en schakel het instrument in. Het instrument zal nu terug gezet worden naar de fabrieksinstellingen. Deze handeling verwijderd alle user data: user-styles, user-songs en registratiegeheugen. Het LCD-scherm toont “Loading!”. Registratiegeheugen herstellen Houd de [STORE] en [M!] knoppen tegelijkertijd ingedrukt en schakel het instrument in.