Geluidseffecten
Als een Dolby Digital of Dolby Digital EX signaal wordt
ingevoerd:
1 DOLBY DIGITAL
: Dolby Digital surround.
2 DOLBY D EX
: Dolby Digital EX surround.
3 ŸD+PLIIx MOVIE
: Dolby Digital+Pro Logic IIx surround
MOVIE modi.
4 ŸD+PLIIx MUSIC
: Dolby Digital + Pro Logic IIx surround
MUSIC modi.
5 PL IIx MOVIE
: Pro Logic IIx surround MOVIE modi.*
6 PL IIx MUSIC
: Pro Logic IIx surround MUSIC modi.*
7 PL IIx GAME
: Pro LogicIIx surround GAME modi.*
8 PL II MOVIE
: Pro Logic II surround MOVIE modi.*
9 PL II MUSIC
: Pro Logic II surround MUSIC modi.*
0 PL II GAME
: Pro Logic II surround GAME modi.*
- PRO LOGIC
: Pro Logic surround.*
= STEREO
: Normale stereo weergave.
(* Deze modus kan alleen worden geselecteerd bij een 2-kanaals
stereo ingangssignaal.)
Wanneer u DOLBY DIGITAL kiest
"DOLBY DIGITAL" verschijnt nu.
SP
MUTE
AUTO DETECT
DIGITAL
A B
CLIP
L
C
SW
R
LFE
SL
SB
SR
Wanneer een DTS of DTS-ES -signaal (matrix of discrete)
wordt ingevoerd:
1 DTS-ES Mtrx 6.1 : DTS-ES MATRIX 6,1-kanaals surround.
2 DTS-ES Dscrt 6.1 : DTS-ES DISCRETE 6,1-kanaals surround.
3 DTS
: DTS 5,1-kanaals surround.
4 DTS+NEO:6 Cin
: DTS + Neo:6 surround CINEMA-modus.
5 NEO:6 CINEMA
: Neo:6 surround CINEMA-modus.*
6 NEO:6 MUSIC
: Neo:6 surround MUSIC-modus.*
7 DTS 96/24
: DTS 96/24 weergave-modus.
8 STEREO
: gewone stereoweergave.
(* Deze modus kan alleen worden geselecteerd bij een 2-kanaals
stereo ingangssignaal.)
Als een analoog of digitaal signaal (behalve Dolby Digital of
DTS) wordt ingevoerd:
1 PL IIx MOVIE
: Pro Logic IIx surround MOVIE modi.
2 PL IIx MUSIC
: Pro Logic IIx surround MUSIC modi.
3 PL IIx GAME
: Pro Logic IIx surround GAME modi.
4 PL II MOVIE
: Pro Logic II surround MOVIE modi.
5 PL II MUSIC
: Pro Logic II surround MUSIC modi.
6 PL II GAME
: Pro Logic II surround GAME modi.
7 PRO LOGIC
: Pro Logic surround.
8 NEO:6 CINEMA
: Neo:6 surround CINEMA modi.
9 NEO:6 MUSIC
: Neo:6 surround MUSIC modi.
0 STEREO
: Normale stereo weergave.
• Als een Dolby Digital- of DTS-signaal meer kanalen heeft dan het
maximumaantal beschikbare weergavekanalen op basis van de
huidige ontvangerinstelling, wordt het gedownmixed tot het aantal
beschikbare kanalen.
DOLBY DIGITAL
STEREO
3
DSP-modi.
DSP kan deze effecten produceren zonder de geluidskwaliteit van de
oorspronkelijke muziek- of videobron aan te tasten.
Deze modus kan worden geselecteerd wanneer er andere digitale
ingangssignalen dan Dolby Digital of DTS worden gebruikt.
1 Druk op de DSP toets of DSP MODE toets om de huidige
status voor DSP MODE op te roepen.
2 Telkens wanneer u op een toets drukt, gaat u naar de
volgende status, zoals hieronder aangegeven:
1 ARENA
: DSP surround ARENA modi.
2 JAZZ CLUB
: DSP surround JAZZ CLUB modi.
3 THEATER
: DSP surround THEATER modi.
4 STADIUM
: DSP surround STADIUM modi.
5 DISCO
: DSP surround DISCO modi.
• De DSP-modusselectie wordt ongeveer 3 seconden
weergegeven.
4
Regel het volume.
Tijdelijk overschakelen naar de STEREO luistermodus
Door op de STEREO-toets te drukken verandert de huidige geselecteerde
luistermodus naar STEREO. Deze verandert weer terug naar de vorige
luistermodus door nogmaals op de STEREO-toets te drukken.
• Wanneer de stroomtoevoer uit en weer in wordt geschakeld, of
wanneer er wordt overgeschakeld naar een ander ingangssignaal en
weer terug, wordt de luistermodus weer teruggezet op de vorige.
Opmerkingen
• Afhankelijk van het soort signaal of de luidsprekerinstelling kunnen
bepaalde luisterstanden niet worden gekozen.
• Bij het starten van de weergave kan het geluid worden onderbroken
voor de ingangsbron is bevestigd als Dolby Digital.
• Voor Dolby Digital surround (en alle andere luisterstanden) met één
enkele component moet die van het Dolby Digital compatibele type
zijn.
31
NE