Menu: Tapwater voorraadvat
Algemeen geldt:
De bufferopslagfunctie en het
bijbehorende menu zijn pas actief als in
het configuratiemenu, in de parameters
5930-5932 de multifunctionele
sensoringangen met B3 en/of B31
geactiveerd werden.
Transfer verhoging
De wederzijdse opwarming maakt het
mogelijk om energie van de
bufferopslag in de tapwateropslag over
te brengen. Daarvoor moet de huidige
bufferopslagtemperatuur hoger zijn dan
de huidige temperatuur in de
tapwateropslag.
Het temperatuurverschil kan hier
worden ingesteld.
Max laadtemperatuur
De tapwateropslag wordt met zonne-
energie tot de ingestelde
Opwarmtemperatuur Maximum
verwarmd.
Met geactiveerde collector-
oververhit.beveil.functie
(bedieningsregel 3850) wordt de
collectorpomp weer in bedrijf genomen
tot de maximale opslagtemperatuur
(vast ingesteld op 80°C) bereikt is.
Herkoeling
De overtollige energie van de
tapwateropslag kan bij een koude
collector ('s nachts) via het oppervlak
daarvan aan de omgeving worden
afgegeven.
Herkoelingtemperatuur
De afkoeling zal worden voorgezet tot
aan de hier ingestelde temperatuur.
Herkoeling collector
Men kan instellen of de afkoeling wel
moet plaatsvinden.
Uit: Er wordt geen afkoeling bedreven
Regelnr.
Bedieningsregel
5021
Transfer verhoging
Regelnr.
Bedieningsregel
5050
Max laadtemperatuur
Aanwijzing:
Tapwatertemperaturen boven 60°C
kunnen tot verhoogde kalkafzetting in
de tapwateropslag leiden.
Regelnr.
Bedieningsregel
5055
Herkoelingtemperatuur
5057
Afkoeling collector
Uit
Zomer
Altijd
Zomer: De afkoeling wordt vrijgegeven
als de regelaar op zomerbedrijf
overschakelt. Daarvoor moet 's nachts
de op de collector gemeten
temperatuur de verwarmingsgrens
zomer/winter (bedieningsregel 730)
overschreiden.
30
Fabrieksinstelling
8°C
Fabrieksinstelling
70°C
Bij hard water raden we dus aan om de
Opwarmtemperatuur Maximum te
beperken.
Fabrieksinstelling
70°C
Altijd
Altijd: De afkoeling wordt altijd
uitgevoerd.