UITGAVE 09/2012
GEBRUIKSAANWIJZING
7.8.4
ZO GAAT U TE WERK BIJ HET REINIGINGSSPOELEN MET AUTOMATISCHE PISTOLEN
Procedure:
1.
Coatingsmodus beëindigen.
2.
Poederaanzuiginrichting (aanzuiglans, poederinjector) van het poederreservoir
afhalen.
3.
Spoelfunctie met een druk op toets "Spoelen" 17 op de besturing inschakelen.
Het LED-display 18 begint te knipperen en geeft aan, dat het apparaat klaar is om
te spoelen.
4.
Herhaal de handeling voor elk pistool dat gespoeld moet worden.
Als er niet gespoeld hoeft te worden, druk dan op de toets "Stand-by".
5.
Start het spoelen met "pistoolstart" op de besturing van de installatie.
6.
Stop het spoelen met "pistoolstop" op de besturing van de installatie.
7.
Zich in stand-by bevindende besturingen door indrukken van de toets "Stand-by"
15 weer activeren.
8.
Druk op toets "Spoelen" 17 om naar de normale coatingsmodus terug te keren.
Het LED-display 18 knippert niet meer.
9.
Nadat de aanzuiglans in het poederreservoir is gezakt, kan het coaten weer worden
voortgezet.
Aanwijzing:
Staat de confi guratieparameter C16 op "ON", dan kan de spoelfunctie alleen via de seriële
interface geactiveerd worden.
BESTELNUMMER DOC 2337452
50
60
40
3
m /h
70
Ø
30
Tri
3.0
5.5
12
1.5
4.5
11
80
20
0.5
3.5
10
9
0.3
2.5
8
90
10
2.0
0.1
100
%
0
%
SP RI N T X
EPG
P_01759
34
35
EPG-SPRINT X
18
15
17
54