UITGAVE 09/2012
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2.4
REINIGING
Voor begin van de reinigingswerkzaamheden of andere handmatige werkzaamheden
in de spuitzone moet de hoogspanning uitgeschakeld en tegen opnieuw inschakelen
geborgd zijn.
Persluchttoevoer sluiten en apparaat drukloos maken.
Apparaat tegen onbevoegd opnieuw inschakelen borgen.
Voor de reinigingsvloeistof mogen geen elektrisch geleidende reservoirs worden
gebruikt, de reservoirs moeten geaard zijn.
Niet ontvlambare reinigingsvloeistoff en verdienen de voorkeur.
Ontvlambare reinigingsvloeistoff en mogen alleen worden toegepast, wanneer
na uitschakelen van de hoogspanningstoevoer alle onder hoogspanning staande
onderdelen tot een ontladingsenergie van minder dan 0,24 mJ zijn ontladen, voordat
deze onderdelen kunnen worden bereikt.
De meeste ontvlambare oplosmiddel hebben een ontstekingenergie in het bereik rond
24 mJ overeenkomend met 60 nC.
Het vlampunt van de reinigingsmiddelen moet minimaal 15 K boven de
omgevingstemperatuur liggen.
Voor het verwijderen van stofafzettingen mogen uitsluitend mobiele industriële
stofzuiger van het type 1 (zie EN 60335-2) worden gebruikt.
4.2.5
OMGANG MET POEDERLAKKEN
Bij poedervoorbereiding, -verwerking en apparaatreiniging de verwerkingsvoorschriften
van de fabrikanten van de gebruikte poederlakken in acht nemen.
Bij de afvoer van poederlakken moeten de instructies van de fabrikant en de
desbetreff ende milieu-eisen in acht worden genomen.
Verplichte veiligheidsmaatregelen nemen, vooral veiligheidsbril en veiligheidskleding
dragen en evt. huidbeschermende crème gebruiken.
Gebruik een ademhalingsmasker of -toestel.
Voor voldoende bescherming van gezondheid en milieu: gebruik het apparaat in een
poedercabine of bij een spuitwand met ingeschakelde ventilatie (afzuiging).
BESTELNUMMER DOC 2337452
EPG-SPRINT X
13