UITGAVE 09/2012
GEBRUIKSAANWIJZING
6.6
AARDING
Ontbrekende aarding!
Explosiegevaar en gevaar door een elektrische schok.
Sterke poedernevel bij slechte aarding!
Vergiftigingsgevaar.
Slechte kwaliteit van de aangebrachte verfl aag.
Om veiligheidsredenen moet de Profi Tech-installatie goed zijn geaard. De aardverbinding
naar de energietoevoer (stopcontact) wordt via de aardleiding van het aansluitsnoer tot
stand gebracht, de aardverbinding met het werkstuk / met de installatie wordt via de
kartelschroef op de achterkant van de besturing verricht. Beide verbindingen zijn absoluut
noodzakelijk. De aarding van het pistool vindt plaats bij een eerder beschreven correctie
installatie, via de pistoolkabel tussen besturing en pistool.
Om een optimale poedercoating te bereiken, dient ook het werkstuk absoluut goed
geaard te zijn.
Een slecht geaard werkstuk leidt tot:
Gevaarlijke elektrische oplading van het werkstuk.
Zeer slechte bedekking.
Ongelijkmatige laagdikte.
Terugspuiting op pistool, d.w.z. verontreiniging.
Voorwaarden voor de onberispelijke aarding en coating zijn:
Schone ophanging voor het te coaten werkstuk.
Aarding van de poedercabine, transport- en ophanginrichting door de gebruiker
volgens de gebruiksaanwijzingen of gegevens van de fabrikant.
Aarding van alle geleidbare onderdelen binnen de werkzone.
De aardingsweerstand van het werkstuk mag 1 MΩ (megaohm) niet overschrijden.
(aardlekweerstand gemeten bij 500 V of 1000 V).
BESTELNUMMER DOC 2337452
GEVAAR
Elektrostatische besturingen en bijbehorende spuitinstallaties
mogen uitsluitend op netvoedingen met aardleidingaansluiting
(PE-geleider) worden aangesloten!
WAARSCHUWING
Alle componenten van het apparaat aarden.
Te coaten werkstukken aarden.
EPG-SPRINT X
30