34
Hoofdstuk 4—Omgaan met de User Interface
ON Knoppen
Met de [ON] knoppen kunt u de kanalen aan en uit te zetten. Deze werken met de vol-
gende kanalen:
• CH1 tot en met CH24 —Input kanalen 1 tot en met 24
• ST —Stereo uitgang
• RTN1, RTN2 —Effects returns 1 en 2
• AUX1 through AUX4 —Aux sends 1 tot en met 4
• EFF1, EFF2 —Effects sends 1 en 2
De bus outs kan aan- en uitgezet worden op de PAN/ROUT pagina 4.
OPTION I/O
On knoppen 1 tot en met 16 kunnen een aantal interne parameters toegewezen worden
op REMOTE pagina 1, of gebruikt worden als MIDI controllers op REMOTE pagina
3. Zie "Faders & [ON] Knoppen Toewijzen" op pagina 194 en "User Defined (door u
te bepalen) MIDI controllers" op pagina 238 voor meer informatie.
Input Channel [ON] Knop Voorbeelden
Druk, om input kanaal 3 aan en uit te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de [ON] knop 3. (Als er een andere fader mode dan Option I/O of Remote is gese-
lecteerd, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om input kanaal 13/14 aan en uit zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de [ON] knop 13/14. (Als er een andere fader mode dan Option I/O of Remote is
geselecteerd, is het niet nodig om op de [HOME] knop te drukken.)
Druk, om kanaal 20 aan of uit te zetten, op de [OPTION I/O] knop en druk vervolgens
op de [ON] knop 20.
Master [ON] Knop Voorbeelden
Druk, om de stereo uitgang aan en uit te zetten, op de [HOME] knop en druk vervolgens
op de MASTER [ON] knop.
Druk, om de AUX 1 send master aan en uit te zetten, op de [AUX 1] knop en druk ver-
01V—Nederlandstalige handleiding
Fader Mode
1–8
[17–24]
HOME
AUX 1
AUX 2
AUX 3
AUX 4
EFFECT 1
EFFECT 2
CH 17–24
On/Off
REMOTE 1
REMOTE 2
MMC (1–6)
REMOTE 3
ON knop
9–12
13/14
15/16
CH 1–16 On/Off
—
—
Toegewezen interne parameters
User defined MIDI controllers
STEREO
RETURN 1/2
[MASTER]
STEREO OUT
On/Off
AUX 1
master On/Off
AUX 2
master On/Off
AUX 3
master On/Off
RETURN 1/2
On/Off
AUX 4
master On/Off
EFFECT 1
master On/Off
EFFECT 2
master On/Off
STEREO OUT
On/Off
—
—
—